Radiofanaat
Geplaatst op: 24 november 2005 Hoort bij: Geschiedenis Een reactie plaatsenHans Knot (56), is de fanatiekste radioliefhebber die ik ken. Bij pedagogiek en onderwijskunde is hij de audiovisuele man, maar hij regelt er ook allerlei sociale activiteiten, en zorgt er voor de opvang van buitenlandse studenten. Aan de Grote Rozenstraat is zijn gezicht dus bekend. Maar hij geniet ook landelijk faam als radiohistoricus. Samen met collega Ger Tillekens vormt hij de redactie van het online-radiotijdschrift Soundscapes. Bovendien schreef hij tientallen werkjes over radiogeschiedenis en organiseert hij jaarlijks een landelijke radiodag.
Al dat vrijwilligerswerk wordt zeer gewaardeerd. Zo noemen zeezenderliefhebbers hem in hun internet-praatgroep liefkozend “onze grijze goeroe”: “Zonder Hans Knot zou het zeezenderverleden veel minder gedocumenteerd zijn, en was het hele zeezenderwereldje al in elkaar gestort.” Dezelfde liefhebbers noemen hem “zeer rechtschapen en betrouwbaar”. Knot echter, nuanceert zulke loftuitingen meteen: “Er zijn ook jaloerse mensen, wat dat betreft is een club radiovrienden net als een vereniging van postzegelverzamelaars.”
Met zijn hobby is hij bijna iedere avond bezig, vertelt hij. “Dat is automatisch zo gegroeid. Ik kijk sowieso geen televisie, behalve dan het journaal. Radio boeit me veel meer. Bij een radiodocumentaire bijvoorbeeld, moet je de dingen zelf visualiseren. Dat geeft veel meer kleur aan een verhaal.”
Midden jaren vijftig begon de fascinatie. “Mijn broers en ik sliepen op één slaapkamer en de oudste luisterde ’s avonds laat naar The American Forces Network, met hits waar Nederland nog maanden op moest wachten.” Eind jaren vijftig namen zijn ouders een tweedehands pick-up en platen over. “En daarmee zijn we muziek gaan draaien in hun kapperszaak bij de Korreweg, tussen het inzepen van de klanten door.” Het ging om Duitse schlagers en Nederlandstalige nummers: “We moesten het wel een beetje rustig houden van mijn vader. De klanten gaven ons fooitjes en daarvan kochten we weer nieuwe plaatjes.”
Tegelijkertijd begon hij kranten te knippen op radionieuws, de basis van een omvangrijke documentatie, waaraan later ook bandjes werden toegevoegd. Zodoende kwamen natuurlijk ook de zeezenders in zijn blikveld, die uitzendingen verzorgden vanaf schepen in de internationale wateren voor de kust. Radio Veronica was de populairste, maar volgens Knot aanvankelijk allesbehalve vernieuwend. “Je hoort Joost den Draaijer wel beweren dat hij de Top 40 in Nederland introduceerde, maar dat is flauwekul. Tot ’65 was Veronica nog gewoon een gezinsstation, die haar programma’s in Hilversum maakte en in blik naar het schip bracht. Pas toen Caroline en London een horizontale programmering voor jonge luisteraars invoerden, richtte ook Veronica zich op de pop. De dj’s werden naar Amerika gestuurd om te leren hoe ze het daar aanpakten.”
Zelf had Knot meer met Radio Noordzee. “Die zond vaker live vanaf boord uit, draaide gedurfder en had meer warmte in de programma’s.” Met de mensen van Noordzee, zoals John de Mol sr., kreeg hij ook goeie contacten. Zo nam hij uitzendingen voor ze op, om ontevreden adverteerders te bewijzen dat hun reclame wel degelijk uitgezonden was. Ook voerde hij actie in ’73 – Hou ‘em in lucht – en produceerde hij een dubbel-LP over de historie van Noordzee. “In de laatste week was die plaat LP van de week, zelfs Veronica had er veel aandacht voor.”
De publieke zender Hilversum III kwam pas rond 1970 naar voren, toen ze een plekkie op de FM-band kreeg, zich op pop richtte en ook ’s avonds ging uitzenden. “Veronica verliest dan snel terrein”, zegt Knot. “Maar de actie Donderslag speelde daar ook in mee.” Hij doelt op de bomaanslag die Veronica-duikers in 1971 op het Noordzee-schip uitvoerden en herinnert zich die avond nog precies. “Ik luisterde naar het KRO-sportprogramma Goal toen het bericht kwam dat Radio Noordzee in brand stond. Ze schakelden direct over naar de Noordzee-uitzending. Er klonk een paar keer mayday, mayday en ik heb acuut de recorder aangezet, tot ze de uitzending staakten.”
Die bomaanslag vormde symbolisch het einde van de zeezenders. Zelf bleef Knot nog jaren actief voor verschillende lokale omroepen. In 1975 kwam hij als bibliothecaris en documentalist bij de sociale faculteit, en sindsdien sluiten zijn werk en hobby vaak naadloos op elkaar aan. Zo gaat hij binnenkort voor de werving van stageplekken naar Engeland. “Maar ik plak er dan voor mezelf een paar dagen aan vast”, zegt hij. “Ik logeer dan bij radiovrienden, in de verte zie je daar een fort in de Theemsmonding, waarop vroeger ook een zeezender zat. “Ja”, zucht hij tevreden, “ik heb echt een heel mooi leven.”
—
Dit artikel verscheen in iets andere vorm in de UK van deze week.

Recente reacties