Des poux partout
Geplaatst op: 4 januari 2006 Hoort bij: Geschiedenis Een reactie plaatsen
Johannes Hari, Nachtkwartier te Molodetschno, 3-4 december 1812, episode uit de terugtocht van keizer Napoleon uit Rusland. Rijksmuseum.
Bijna eenderde van Napoleons’ gesneuvelden in Rusland stierf aan een ziekte, overgebracht door luizen. Daarmee vormen die luizen de finale doodsoorzaak nummer één, en niet de permanente aanvallen door kozakken, de winterkou en het lage moreel.
Dat concluderen Franse wetenschappers die stoffelijke resten in een massagraf bij Vilnius hebben onderzocht.
De omstandigheden op de terugtocht uit Rusland waren bijzonder gunstig voor een luizenplaag. Door de kou, de honger en het constant op hun qui vive moeten zijn trokken de soldaten hun kleren niet meer uit en wasten ze zich ook niet meer. Juist doordat ze zich vaak extra goed beschutten kreeg het ongedierte vrij spel.
In de zomer van 1812 trok Napoleon Rusland binnen met 500.000 soldaten. Slechts enkele tienduizenden keerden terug. In zijn legers zaten ook veel Nederlanders, er was bijna geen dorp te vinden of het miste een of meerdere jongemannen.
—
Bronnen Nederlands (4 januari) Frans (30 december) Brits (18 december).

Recente reacties