Hendrik de Vries-prijs afgeschaft?

Deze week kwam er in Groningen een cultuurlobby op gang voor de herinstelling van de Hendrik de Vries-prijs. Want terwijl we nog wel een Hendrik de Vries-jubileumjaar meemaken, met een bloemlezing, en een biografie, merkte de stichting die de prijswinnaar voor de gemeente uitzoekt, dat de gemeente al anderhalf jaar niet meer van zins is, die prijs nog eens uit te laten reiken.

Die Hendrik de Vries-prijs had dit jaar ook naar iemand moeten gaan. Het betreft de belangrijkste, vijfjaarlijkse cultuurprijs van de gemeente Groningen à raison van 12.500 euro voor

“een in Nederland woonachtig persoon, die buitengewone prestaties heeft geleverd op het terrein van de scheppende kunsten. Het werk dient discipline-overschrijdend, vernieuwend en toonaangevend te zijn en impulsen te geven aan de verdere ontwikkeling van de desbetreffende disciplines.

Sinds 1986 waren de ontvangers landelijk bekend, het gaat om een prijs die te vergelijken is met de Campert- en de Huygensprijzen die de gemeente Den Haag uitreikt.

Het besluit om de Hendrik de Vriesprijs af te schaffen niet meer uit te reiken viel op 11 november 2004, toen de Groninger gemeenteraad In het oog, in het hart aannam. Op pagina 47 van die cultuurnota 2005 – 2008 staat de passage, waaruit blijkt dat de Hendrik de Vries-prijs uit de gratie was:

“Wij reiken geen Hendrik de Vriesprijs meer uit. Er is te weinig uitwisseling met Groningse kunstenaars en kunstinstellingen, terwijl de prijs en de uitreiking ervan wel een fors budget vergt.

Nu culmineert in zo’n cultuurnota nogal een overlegcircus. Voor het concept vinden allerlei besprekingen plaats tussen ambtenaren en gesubsidieerde instellingen, na vaststelling door B&W is er publicatie met advertenties op de gemeentepagina in De Gezinsbode, er volgt er nog een inspraaktraject, en tot slot kunnen de belanghebbenden hun financiële grieven nog eens inbrengen bij de raad. Volgens bestuurders van de stichting Hendrik de Vries-prijs, hebben ze in een vooroverleg wel van het vermaledijde plan gehoord, maar heeft de gemeente de door B&W vastgestelde nota nooit richting stichting gestuurd. Volgens dezelfde bestuurderen hoefden ze niet op de Gezinsbode te letten, en daar zit wel wat in, want de stichting is een erkende relatie van de gemeente, die de nota zonder meer had moeten ontvangen. Bovendien werd het stichtingsbestuur, naar eigen zeggen, nimmer officieel op de hoogte gesteld van het besluit, toen dat eenmaal genomen was, wat evenmin getuigt van een goed relatiebeheer.

Gemeenteraadsleden, die de nota wel onder ogen kregen, zeggen nu dat ze helemaal over die zin hebben heengelezen. Hoe het ook zij, het stichtingsbestuur tekent alsnog officieel bezwaar aan tegen het besluit en verzoekt B&W “met grote voortvarendheid de nodige maatregelen te nemen om de Hendrik de Vries prijs in dit jaar te kunnen toekennen.” Voor de uitwisseling met Groningse kunstenaars en kunstinstellingen, waar de prijs volgens de nota tekort in schoot, is hij volgens de stichting nooit bedoeld geweest – wèl als eerbetoon aan Hendrik de Vries. Ook vielen de kosten van prijs en uitreiking nogal mee, zegt het stichtingsbestuur.

Politiek interessant is nog, dat het besluit om de Hendrik de Vries-prijs niet meer uit te reiken conform de strekking van de cultuurnota was. Die nota, voorbereid onder cultuurwethouder Wicher Pattje (PvdA), maar verdedigd door diens opvolger Karin Dekker (GroenLinks), zette meer in op de breedte van lokale jonge talenten, en minder op de gearriveerde top. Zoals je bij sport budgettair voor breedtesport kunt kiezen, in plaats van topsport.

Maar de allerlaatste uitreiking van de Hendrik de Vries-prijs, op 6 oktober 2001 in de Groningse Stadsschouwburg, speelde wellicht ook mee bij de totstandkoming van het gewraakte besluit. Die uitreiking was namelijk niet het glorieuze succes, dat wethouder Wicher Pattje zich ervan voorgesteld had. Hij hield zelf een speech die op de lachspieren werkte, en het feestvarken, theatermaker Gerardjan Rijnders, weigerde zich als feestvarken te gedragen. Naar zijn zeggen had Rijnders nog nooit van de Groninger schrijver en beeldend kunstenaar Hendrik de Vries gehoord. Hij dacht dat het om de Friese schrijver Theun de Vries ging. Bovendien voerde een kompaan van Rijnders een toneelstukje op, dat de plechtigheid op de hak nam. Pikante noot: bij die uitreiking was er geen enkel gemeenteraadslid aanwezig. Pattje gispte die algehele absentie naderhand als “een verfoeilijke vorm van desinteresse.” In elk geval vloeide er weinig positieve publiciteit voor de stad Groningen uit voort, iets waar het natuurlijk ook om begonnen was. En naderhand zeiden de heren tegen elkaar dat ze zoiets nooit weer wilden.

MEER INFO OVER HENDRIK DE VRIES
Wikipedia
DBNL
Hispaantje
beeld Martinikerkhof



Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.