Jensma en de Nieuwe Historie van Groningen
Geplaatst op: 2 april 2006 Hoort bij: Geschiedenis Een reactie plaatsen
Vanaf Ameland schreef Goffe Jensma de afgelopen week het wisselweblog van het Groninger Forum. Donderdag ging hij in op de Nieuwe Geschiedenis van Groningen die momenteel ontstaat.
Die Nieuwe Geschiedenis van Groningen wordt een driedelig handboek onder hoofdredactie van Maarten Duijvendak. Volgend jaar zou het moeten verschijnen. Het vervangt dan de nog ééndelige, maar ook al kloeke Historie van Groningen uit 1976. In de herfst van 2003 verscheen er al een prospectus van, die zo kolossaal, zwaar en luxe uitgevoerd was, dat hij bij menigeen de lachlust opwekte. In elk geval had men van het geld met gemak een historische monografie kunnen betalen. Inhoudelijk deed de lijvige aankondiging eveneens wenkbrauwen fronsen. Zeker is de hoofdredactie competent, maar bij het zoeken van medewerkers leek menigmaal het ons-kent-ons als richtsnoer te hebben gefungeerd. Ik althans, kon me niet aan die indruk onttrekken.
Versterkt met een veertig externe deskundigen kwamen alle auteurs onlangs bijeen op Ekenstein, voor een symposium dat ook wel weer een lieve duit gekost zal hebben. Volgens Jensma gaf de hoofdredactie ze “de strenge richtlijn” om met het het oog op het brede publiek “vooral verhalend te schrijven”. Methodologische excursies, of discussies die louter voor vakhistorici van belang zijn, komen er dus niet in. “Ik begrijp die eis”, zegt Jensma, “maar ze riep bij mij ook wel de oude vraag op naar het verschil tussen feit en fictie, tussen geschiedenis en historische roman.” Kennelijk is Jensma toch wat bang dat men met de beperking tot het verhaal ook de grens tussen werkelijkheid en verdichting oversteekt. “Als wetenschapper”, aldus Jensma. “moet je er naar mijn mening zelfs naar streven om zaken bevattelijk, aanschouwelijk en niet moeilijker dan noodzakelijk op te schrijven, maar al is het verleidelijk, het is not done om (…) op oncontroleerbare wijze feit en fictie naar believen te vermengen. En daar komt bij, ook een saaie, slecht gestructureerde, bijna onleesbare tekst kan grote wetenschappelijke waarde hebben.”
Uiteraard kan woestijnachtige dorheid van wetenschappelijke waarde zijn, maar veel aftrek vindt zij niet. Bij de Nieuwe Geschiedenis van Groningen gaat het om een handboek voor een algemeen publiek, en dat zit absoluut niet op een droog en saai relaas te wachten, wel op een goed weglezend geheel. Jensma’s angst dat met het badwater van positiebepaling en methodologie het kind van de waarheidsgetrouwheid weggegooid wordt, deel ik dus niet. Ook een geschrift dat zich strak aan feiten houdt kan alleszins leesbaar zijn, dat hangt simpelweg af van het schrijftalent der auteurs. Wel ben ik bang, dat het ettelijke medewerkers van de Nieuwe Geschiedenis van Groningen helemaal niet gegeven is om een pakkend verhaal te schrijven. De hoofdredacteur krijgt er vast nog een zware dobber aan. We zullen zien, wat er volgend jaar van komt.

Recente reacties