“Wat heeft Groningen toch een natuur in de stad”
Geplaatst op: 5 april 2006 Hoort bij: UK + RUG Een reactie plaatsenVandaag liet ze in haar college muziek horen van Knochenklang. En maandag meldde ze op de wisselweblog van het Groninger Forum een verzoek haar “licht te laten schijnen” over vogels, ingekrast op een Zuidoost-Turkse steen van ruim 8000 voor Christus. Haar correspondent opperde dat het om de dodo zou kunnen gaan, maar daar gelooft ze duidelijk niet zo in.
Wietske Prummel is archeozoöloog. Ze onderzoekt de relatie tussen mens en dier in het verleden. Dan kan het gaan om
“het dier als voedselproducent voor de mens, als leverancier van lichaamsbedekking en grondstoffen, als kameraad of harde werker voor de mens, als medium voor contact met het bovennatuurlijke, bijvoorbeeld als offerdier.”
De belangrijkste bron voor haar onderzoek:
“De harde delen van dieren die bewaard kunnen blijven in de bodem, zoals botten van zoogdieren, vogels of vissen. Maar ook schelpen van weekdieren…”
Haar weblog is tot nu toe weinig bespiegelend, maar geeft een mooi kijkje in haar rijk gevulde agenda. Ze is lang niet alleen met botjes bezig, haar werk bestaat juist ook uit veel contacten, iets wat ik in die mate niet verwachtte.
Grappig zijn de tussendoortjes over levende have, die laten zien dat haar belangstelling niet beperkt blijft tot dode. Vanochtend vroeg hoorde haar “eerste fitis van het jaar”. Maandag ontwaarde ze al “het bekende groepje reeën ten oosten van de spoorbaan tussen Haren en stad”. En gister spotte ze in het A-torenplantsoen een luidkeels zingende boomkruiper. Haar quasi-verbaasde uitroep:
“Wat heeft Groningen toch een natuur in de stad”.

Recente reacties