Aduarderstraat, Aduardersteeg
Geplaatst op: 23 september 2006 Hoort bij: Stad toen Een reactie plaatsenI
De Aduarderstraat, een onooglijk en rommelig straatje aan de westkant van de Hereweg, is aan de Herewegkant van de aardbodem verdwenen. Er staat nu een schot voor:

Het restante gedeelte, hier naar het westen gezien:

Op dit doodlopende restant bevindt zich ook nog het verweerde straatnaambord:

Aan de Herewegkant komt er een appartementencomplex, dat ze ‘De Heeren’ gaan noemen. Zodra dat opgetrokken is, voert een onderdoorgang (althans daar lijkt het op) naar de Aduarderstraat:

II
Voor 1950 heettte het straatje nog Aduardersteeg. Oorspronkelijk was het een hofsteeg, genoemd naar de grote tuin die de heren Lewe van Aduard hier in de eerste helft van de achttiende eeuw hadden. Volgens Siem Jager, die het lokale grondeigendom onderzocht, had die tuin van de Heren Lewe een vijver. Later werd de tuin in tien hoven opgedeeld.
Een “extra Vermaakelyk en groot Vrugtbaar Hof” alhier, was dat van Tamme Jacobs in 1751. Deze bevond zich vanaf de Hereweg gezien op het eind van de tuin van Lewe van Aduard ,
“hebbende haar uytzigt over het Land (…), met extra vrugtbaare Wynstokken, Persiken, Abricosen, Kersen en 8 schoone Aspergie-Bedden”.
In 1718 was er een rechtzaakje over een bijenzwerm in deze omgeving. De weduwe van Albert Segers, die er woonde, en de bijenhouder Jan Maat, die zijn imen op haar grond had staan, eisten van Erenst Hovenier de teruggave van de zwerm die hun “ontvlogen” was. Deze zwerm had zich vlakbij het huisje van de weduwe Segers neergezet op de grote tuin van Erenst zijn baas baas: de Heer Lewe van Aduard.
In opdracht van de machtige Ommelander potentaat weigerde diens hovenier de zwerm weer af te geven, hoewel de president-Burgemeester, bij wie de weduwe Segers en de imker waren komen klagen, hem dat bevolen had. Impliciet viel het Nedergericht de Burgemeester af, want het besloot dat de eisers eerst maar eens moesten bewijzen dat de zwerm hun eigendom was. Helaas bleek het niet mogelijk de bijen als getuigen op te roepen, en dat betekende einde proces.
Het was in de achttiende-eeuwse rechterlijke archieven van de stad het enige stukje jurisprudentie over een bijenzwerm. Je zou er uit kunnen opmaken dat de grondeigenaar hier alle rechten had. In Westerwolde was de zwerm juist helemaal het eigendom van degene die haar met een penning, zakdoek, of hoed markeerde, terwijl “de jonge Yme ofte Zwarm” in Drenthe voor de helft aan de markeerder en voor de andere helft aan de grond- of houteigenaar toekwam.
De Aduardersteeg circa 1825:


O leuk! Ben er in het verleden vaak langsgefietst en vroeg me dan af hoe het zat!
Juist een heel gezellig straatje, zo te zien. En met veel historie dus. Ik zou er best willen wonen 🙂