Slimmer, socialer en sneller

Het was leuk, gisteravond. De zaal was goed gevuld, alle 60 stoelen in de Lagerhuisopstelling waren bezet, terwijl er normaal 30 tot 60 bezoekers bij zulke bijeenkomsten komen. Ook hadden de – slimme – studenten in het publiek veel meer inbreng dan anders, hoorde ik naderhand van Guus Termeer, het hoofd van Studium Generale. De avondvoorzitter, Remco Kouwenhoven, zich met verve en humor kwijtend van zijn taak, had eer van zijn werk.

Het ging primair over de Generatie Einstein. Schrijfster Inez Groen, een RUG-alumna io, hield een flitsend praatje en nam bij de discussie wat weg van het etiket ‘slimmer, socialer en sneller’ dat zij en haar co-auteur de huidige tiener-generatie hebben opgeplakt: “We zijn een marketingbureau en dit bekt nou eenmaal goed”. Ze doet veel kwalitatief onderzoek – interviews met tieners – en wat me bijbleef was dat ze die jongeren ontzettend braaf vond (huisje-boompje-beestje-ideaal) en ook, dat er zeker geen sprake was van een generatiekloof, iets wat menigeen uit de publiciteit rond haar boekje meende te moeten opmaken. Alleen was internet (chatten, gamen etc.) volgens haar een biotoop, een leefwereld voor deze generatie, terwijl ouderen daar meestal toch buiten staan. Die zien de computer vooral als een nuttig apparaat, als “een veredelde typemachine”.

Heb zelf voor de vuist weg een praatje gehouden met als teneur: internet is prachtig, je kan binnen vijf minuten mailtjes wisselen met Nieuw-Zeeland, je kan van alles en nog wat opzoeken, maar er zit ook een keerzijde aan, namelijk dat van alles – vriend èn vijand – jou kan opzoeken (zie ook). Het aanbevolen middel daartegen is het aannemen van een nick, pseudoniem of avatar. Maar menigeen kan die weelde niet aan, en begint anderen vanuit de anonimiteit op fora en weblogs te beschimpen, in een kwaad daglicht te stellen, met drek te besmeuren etc.

Zolang het over koetjes en kalfjes gaat, kan dat weinig schelen, maar het heeft ook gevolgen voor de openbare sfeer, die ik nou maar even beperk tot de trias politica van bestuur, politiek en rechtspraak. Die openbare sfeer is door internet enorm uitgebreid, maar raakt er door anonieme figuren ook vergiftigd. De Fortuyn-revolte had daar deels al mee te maken. Belangrijk is een gevolg op termijn, dat alleen nog mensen met een hele dikke huid openbare functies willen bekleden, wat me uit een oogpunt van democratische representatie geen gunstige ontwikkeling lijkt. Ik heb nog even een vergelijking gemaakt met de animo voor het scheidsrechterschap op de Nederlandse voetbalvelden. Ook daar passen mensen er steeds meer voor om voor kop van jut te spelen.

Thomas Spekschoor, een studentweblogger, vond dat je je niet zo veel moest aantrekken van vervelende anonieme types op webfora: “Het is internet maar”. Ana van Es, een andere studentweblogger, opponeerde tegen hem. Achteraf lijkt me dat internet een laag gewaardeerd medium blijft, als Thomas’ opvatting de overhand blijft houden.

Vooraf lekker gegeten in Café Overstag met Guus Termeer, drie studentbestuurders van Studium, Remco Kouwenhoven en Arwin Nimis (de derde spreker, die zich erover verbaasde dat jongeren hun hele hebben en houwen zomaar op internet gooien). Het was de eerste keer dat Remco en ik elkaar ‘in real life’ spraken. Met hem enige weblog-zaken doorgenomen.



Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.