Dag van de Groninger Geschiedenis 2006

Vandaag de langzamerhand traditionele Dag van de Groninger Geschiedenis. Eerst moesten we een donderpreek ondergaan van de orthodox-gereformeerde dominee Van Byler, die in 1731 de stoot gaf tot de zogenaamde sodomietenvervolging op ’t Faan:

Egge Knol, conservator archeologie bij het Groninger Museum, hield een praatje over de kerstening van de Friese landen in de achtste en negende eeuw. Bonifatius gebruikte volgens hem de verkeerde strategie. Daarom werd de heilige in 754 niet zozeer vermoord bij Dokkum, als wel doodgeslagen. “Voor de uitkomst maakt dat niet uit, en toch gaat het om een essentieel verschil”, aldus Knol. “Als de Friezen iemand met voorbedachte rade vermoordden, dan deden ze dat ’s nachts.” De heilige maakte de misrekening te denken dat met de overwinning op het Friese legerhoofd Bubo of Poppo de kust wel vrij zou zijn, terwijl elk Fries gebiedje nog steeds zijn eigen potentaatje had. Verder is voortgang van de kerstening mooi af te lezen aan grafvelden op wierden. Urnen met bijgiften maakten plaats voor oost-west georiënteerde graven zonder bijgiften. Het eerst gebeurde dat in het huidige Friesland, wat later in de Friese Ommelanden (nu Groningerland). Wat een mooie parallel oplevert met heiligenlevens: de eerste zendelingen zoals Bonifatius waren Angelsaksen, een Liudger kwam daarentegen uit een meer oostelijk Fries gebied en kende dus de pappenheimers hier beter.

Deze duivelskop lag op een tafel van de stichting Monument & Materiaal:

En scheidend stadsdichter Ronald Ohlsen las in een biechtstoel gedichten voor: