Famde fan de Lytje Pole (I)
Geplaatst op: 26 juni 2007 Hoort bij: Muziek, Wadden 2 reacties
Henriëtte Pieperiet is de troubadour van Schiermonnikoog. Ze treedt nog regelmatig op met piano of accordeon en zingt dan liedjes in de bijna uitgestorven taal van het eiland. Als er een radio- of televisie-uitzending over Schier is, dan is Henriëtte van de partij. Op zondag bespeelt zij het orgel in de dorpskerk, al ruim zestig jaar lang.
Volgens een autobiografietje in de Dorpsbode van Schier werd ze in 1934 geboren als dochter van tanker-stuurman, die zich kort daarvoor op het eiland had gevestigd als winkelier. Haar ouders speelden viool in een salonorkest dat af en toe in de hotels optrad. Ook schreven zij cabaret-achtige teksten voor de dorpsrevu. Zelf groeide ze daar in mee op. Op haar zesde speelde ze al mondharmonica en later gaf ze eens een Marlène Dietrich-pastiche ten beste, dat is wat ze erover loslaat.
Ze bezocht de Dalton-HBS in de Groninger wijk Helpman, maar verging er van de heimwee, en was blij dat er een MULO op Schier kwam, waar ze heen kon. Toch werkte ze begin jaren vijftig een poos bij Scheveningen-radio, en ging ze ook een jaar als au pair naar Engeland. Ze kwam weer terug naar het eiland, toen het toerisme midden jaren vijftig weer opbloeide.
Juist in die tijd komt de assistente van het Nederlands Volksliedarchief naar het eiland om opnamen te maken. Onder meer van Henriëtte, die we nu dus als twintigjarige onder haar meisjesnaam Henriëtte van Bon in de digitale Liederenbank van het Meertens-instituut aantreffen.
Bijvoorbeeld met Sukerjantjen.
Prachtige stem, daar had veel meer in gezeten, denk je dan. De melodie is overigens niet bepaald traditioneel, maar afkomstig uit Offenbachs opera ‘La belle Hélène’ (1864). Een eilander tijdgenoot van Offenbach, de bard Bline Jan de Boer, zette er een tekst op over de drie gezusters die met Pinksteren altijd een snoepkraam op het eiland exploiteerden.
Een ander lied dat Henriëtte van Bon in 1954 inzong, is het Torfmietersliet.
Hiervan komt me de melodie heel erg bekend voor, zij het dat er in mijn herinnering een Noord-Hollandse, tamelijk spottende tekst op stond, over een uiteindelijk neerstortende luchtballon. De eilander tekst, over de officieel beëdigde turfmeters die Schier ooit kende, was weer van Bline Jan.

Sukerjantjen kan ik niet beluisteren, want er komt een foutmelding, maar het lied van de Torfmieters komt luid en duidelijk over. Ik kan het hier en daar zelfs een beetje verstaan, want er zit natuurlijk heel wat Fries in het ‘Schiers’.
Typisch, bij mij komt Sukerjantje gewoon door, Wieneke.