Calvinus, de Byekoer en ’t Hemelrijk
Geplaatst op: 5 juni 2008 Hoort bij: Stad toen Een reactie plaatsen
Groninger uithangtekens, genoemd door Van Lennep & Ter Gouw (1868). NB – Waar niet expliciet een plaatsnaam genoemd wordt, gaat het om de stad Groningen:
UITHANGBORDEN
In den Stapel Koffie
Van een kruidenier.
(pag. 186/7)
In het Nieuwe Tabaksvat
(pag. 187)
De vergulde Drukkery
Van de academiedrukker, Hopman en Gezworene Hans Sas, alias Joannes Sassius, begin zeventiende eeuw.
(pag. 178)
De Boek en Bijbelwinkel
Lubbertus Huysingh, tweede helft achttiende eeuw.
(pag. 182)
Cicero
Borstbeeld van de Romeinse redenaar en filosoof bij Jacobus Dikema, boekverkooper in de Zwanenstraat (1783 – 1814).
(pag. 205)
Laurens Jansz. Coster
Bij Jacob Bolt, boekverkoper tegenover het Stadhuis. Dit bord dateerde van ca. 1760 en hing een eeuw later nog aan hetzelfde huis.
(pag. 210)
Rudolf Agricola
Aan de boekwinkel van Warner Fabius, Brede Markt (ca. 1750).
(pag. 210)
In Calvinus
Bij de boekdrukker en boekverkoper Lucas van Colenbergh, Boteringestraat (1700 – 1750).
(pag. 216)
De Liggende Leeuw
voor een tabakswinkel.
(pag. 321)
Den Bonten Tijger
tabakswinkel.
(pag. 321)
Het Tijgerpaard, het Oude Tijgerpaard en het Getijgerde Paard
Drie (ik denk twee) logementen (aan de Nieuwe Ebbingestraat HP).
(pag. 334)
De Vette Koe
bij Zuidhorn.
(pag. 337)
t Witte Schrijfboek
bij de (school-)boekhandelaar Johannes van den Rade of Radens (1606).
(pag. 251)
’t Schrijfboek
Bij de stadsdrukkers en (school-)boekhandelaar Jan Klaassen of Johannes Nicolai (eerste helft 17e eeuw), en diens opvolger Frans Bronkhorst (na 1650).
(pag. 251)
De Byekoer
– met onderschrift “in slecht Friesch”:
“In ’t hus de Byekoer
Der bakt men Grinserkoeke,
Mar troch de goede waer
Mat men de minscen loeke.”
Vertaling van Van Lennep en ter Gouw: “In ’t huis de Bijekorf, daar bakt men Groninger koek; maar door de goede waar moet men de menschen lokken”. Schrijvers noemen zo’n Friese tekst zeldzaam, “want zelfs in de provincie Friesland is de Friesche taal van de uithangborden zoo goed als verdwenen”. NB: Buiten de A-poort verwees meestal naar de lintbebouwing langs het Hoendiep noordzijde. Daar vindt men nog steeds een fabriek van Groninger koek! Aan deze kant van de stad, in het Westerkwartier, wonen nog steeds de meeste mensen van Friese komaf.
(pag. 368/369)
De Waag
Van een tabaksverkoper vlakbij de Waag.
(pag. 296)
Het Halve Kanon (moet zijn Het Halve Kartau HP)
Tabaksverwerker en -verkoper aan de Steentilstraat (achtiende eeuw).
(pag. 275)
De Orangeboom
Herberg in Windeweer, waarvan het uithangbord geschilderd werd na de omwenteling van 1813. Om het politieke symbool stonden mannen met schoppen, die op rijm werden toegesproken door een man op de voorgrond:
“Gij dom en dwaas geslacht, wilt gij dees boom uitroeijen?
Die is van God geplant en blijft daar eeuwig groeijen.
Ei, werpt de schoppen weg; het graven kan niet baten,
Gij moet d’ Oranjeboom met rust en vrede laten.”
Op de achterkant van het bord stond nog een stukje reclame:
“Komt vrienden, komt in huis en eet en drinkt met maten.
De waard verlangt naar geld, de brouwer naar de vaten”.
(pag. 375/376)
De Paus
Wijnhuis (zeventiende eeuw) waar veel studenten kwamen. Een van hun schreef een versje op het glas dat hij uit liefde voor het andere geslacht liever student dan Paus was.
(pag. 125)
Den gekroonden Hoed
Aan een hoeden-, petten-, en sigarenwinkel.
(pag. 215)
’t Hemelrijk
Herberg bij Adorp/Harssens.
(pag. 94)
De (oude) Rodehaan
Herbergen, later buurtschapje.
(pag. 168)
De Zaadzaaijer
Aan een tabakswinkel te Groningen,
maar (HP) ook op een molen langs het Winschoterdiep.
(pag. 89)
De Gouden Roemer
In de tijd van Van Lennep en ter Gouw (1860, 1870) een tabakswinkel, maar (HP) in de achttiende eeuw een wijnhuis.
(pag. 233)
Het Wapen van Drenthe
Tabakswinkel (aan het Schuitendiep HP).
(pag. 371)
Het Wapen van Hunsingo
Tabakswinkel in Warffum.
(pag. 371)
De Drie Marylanders
Rond 1860 nog een kruidenierswinkel aan de Peperstraat, aldus Van Lennep en ter Gouw, maar eerder (HP) een tabakswinkel.
(pag. 146)
De Wereld vol druckx
Uithangbord van de boekdrukker Samuel Pieman (17e eeuw).
(pag. 4)
De oude Sint Jacob
Boekwinkel van Dominicus Lens (1672-1678) – in de Zwanestraat (HP).
(pag. 108).
GEVELSTENEN
Job
Volgens Van Lennep en ter Gouw aan de Laan bij de Visserstraat. tegenwoordig in de Hoekstraat.
(pag. 57)
Kapwagen en vier paarden, met rijmpje:
“De wel de weg bespoort,
En rit des Heeren wegen,
De rit blijmoedig voort,
Godt laat hem nooit verlegen.”
Van de voerman Sicco Joestens aan de Nieuweweg 1762,
(pag. 263)
Boven een portaal van de Martini-kerk (diakonie-ingang?):
“Mit aelmissen te geven,
Gerechtigheyt te plegen, daer ende neven,
Beërven wy in Gode dat ewighe leven.
Gedenckt den armen in uw testamenten,
Want Ghy en hebt geen beter renten”.
(pag. 294)
In de binnenpoort van het Rode of Burgerweeshuis, met een afbeelding van weeskinderen en dit uit Amsterdam overgenomen rijm:
“Wij groeyen vast
Tot grooten last
Der voogden, dies ze ook klagen.
Gaat toch niet voort
Door dese poort,
Of helpt wat mede dragen.
(pag. 160)
Ick kick noch in ’t jat
Nog steeds bestaand, eind Oude Kijk in ’t Jatstraat oz.
(pag. 417)
OPSCHRIFTEN
Al te Naauw
Herberg bij Fransum.
(pag. 393)
Kop-af
Logement bij Nieuwolda.
(pag. 396)
Op een van de doodbaren die nabers uit een kerk konden halen:
“Wij gaan gekleed in ’t zwart,
Gelijck als David dee.
Al valt het ons wat hart,
De tijd die brengt het mee.”
Hier werd gezinspeeld op de laatste eer van koning David aan de verslagen Abner.
(pag. 66)
De Toekomende Vrouw, Troost voor Moederloos, de Trekvogel, de Zeeploeg
Merkwaardige scheepsnamen uit resp. Groningen, Wildervank, Delfzijl en weer Wildervank.
(pag. 398)

Recente reacties