Hoogtijdagen en slappe tijden in ‘de droge kroeg’

Geplaatst op 25 juli 2008  a

Coöperatie De Toekomst dankte in 1888 zijn ontstaan aan het gebrek aan goede zaalruimte voor de arbeidersbeweging. Volgens het jubileumboekje dat ik hier laatst al eens aanstipte, heerste er “een ware zalennood”:

“De vergaderzalen die men ter beschikking kon krijgen, waren klein en vunzig en de grotere kon men niet huren, omdat daarvoor het geld ontbrak”.

Je zou dan denken dat het horeca-gedeelte van het coöperatieve bedrijf – waar geen alcohol geschonken werd –  een florissante onderneming was, maar het tegendeel blijkt waar, want financieel is dat “steeds een zorgenkind geweest”. Weliswaar was er de eerste jaren in het gebouw aan de Coehoornsingel een goede zaalbezetting en een “vrij druk cafébezoek”, maar ook toen al was het resultaat slecht. Verder zou er zelfs geen enkel jaar winst worden gemaakt. In de eerste dertig jaar moest er per jaar gemiddeld 1225 gulden bij, geld dat vooral uit de bakkerij kwam.

De Groninger socialisten hebben heus wel geprobeerd er wat meer schwung in hun ‘droge kroeg’ te krijgen, door toneeluitvoeringen, concerten en café-chantants, maar dat zette allemaal weinig zoden aan de dijk en daarom werd de horeca tussen 1897 en 1900 zelfs even verpacht. Diverse keren is de boel ook gezelliger gemaakt of gemoderniseerd, maar dat haalde evenmin veel uit. In 1930 en in 1936 gingen respectievelijk het café en de zalen dicht.

Het jubileumboekje zegt niets over hoogtijdagen en slappe tijden, maar het geeft in twee tabellen wel omzetcijfers van de horeca, die ik in het volgende grafiekje heb verwerkt:

Geplaatst op 25 juli 2008  b

In de eerste jaren was het er dus druk. Daarna zien we begin jaren 1890 de belangstelling inzakken, wat zal liggen aan de strijd tussen de parlementaire en de anarchistische vleugel van de Sociaal Democratische Bond (SDB). Wel lijkt de zaak na de afsplitsing van de SDAP (1894) weer even op te leven, maar na de verpachtingsperiode (1897 – 1900) en tot de Eerste Wereldoorlog zijn de omzetten vrijwel nooit meer zo hoog geweest als in het begin.

In de revolutionaire tijd aan het eind van die Eerste Wereldoorlog (Rusland, Spartakisten, Troelstra) is er een enorme opleving. Ik denk dat veel mensen toen de politieke debatavonden in De Toekomst bezochten.  Maar het revolutionaire getij verliep en sindsdien werd de omzet elk jaar een beetje minder, in een lange glijdende schaal naar beneden.



Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.