“Geluk met uwe prijzen, gij meisjes rap ter been”

Er zijn ook liederen van de Kweekschool overgeleverd. In elk geval twee stuks, beide uit de oudste periode, toen deze Groninger ijsvereniging haar wedstrijden nog hield op het Oostelijk Verbindingskanaal tussen het Damsterdiep en het Boterdiep ter hoogte van de latere Petrus Campersingel.

Het eerste lied behelst een relaas van de oprichting van de Kweekschool in 1875. Mevrouw Steenhuis-Bolhuis uit het Noord-Brabantse Waalwijk (88), een oorspronkelijk uit Groningen afkomstige postabonnee van het Nieuwsblad van het Noorden, stuurde dit vers begin september 1970 toe aan de NvhN-journalist JA Bodewes, die het op 12 september 1970 publiceerde in zijn rubriek ‘Noorder Rondblik’:

Al op een schonen morgen
Sprak Bakker tot Baas Jan
Wij moeten er voor zorgen
Dat de rijderij hier kan
En ziet, met Brukkers hulpe
En gans Losdorp erbij
Schoon hardrijderij
verscheen er in een wulpe

REFREIN
Wat was het aardig, ieder vaardig:
Vrolijk was het om te zien,
Hoe elk lieflijk en gerieflijk
De ander hulpe kwam te bien.

Daarna verscheen de Kweekschool,
Maar stel je nu eens voor:
Het geld dat deed mankeren;
Nu was er heel geen jool
Want ieder weet van zeggen,
Misschien door ’t weten wel:
Daar waar geen duitjes leggen,
Is gans geen kinderspel.”

Zo te zien moet het lied nog veel langer geweest zijn, maar wist de aanbrengster kennelijk niet meer coupletten. Van de personen, wier namen in het eerste couplet vallen, kon zij alleen Brukker, een stalhouder, identificeren. Noch zij, noch Bodewes begreep wat dat Losdorp ermee te maken had.

In elk geval sloeg het niet op het Ommelander dorp. Op 17 september zou Bodewes in zijn rubriek hierop terugkomen. Hij had gehoord dat Losdorp ’t oude Schuitenschuiverskwartier aan de oostzijde van het Schuitendiep moest zijn. Bakker was volgens hem de caféhouder van het blokhuis bij de Steentilbrug en Baas Jan de directeur van een verffabriek die ook wel bekend stond als ‘burgemeester van Lösdörp’.

Bij de plaatsbepaling door Bodewes ben ik geneigd een vraagteken te zetten, omdat ik de naam Losdorp nog nooit in stukken van de stad tegenkwam. Het oude Schuitenschuiverskwartier maakte eind negentiende eeuw ook al bijna drie eeuwen deel uit van de stad binnen de vesting. Het ligt dan niet erg in de rede, dat zo’n naam als Losdorp zou beklijven. Ik denk eigenlijk dat het ’t wijkje was, dat zich pal buiten de vroegere vesting had ontwikkeld tusseen enerzijds het Damsterdiep en anderzijds het Verbindingskanaal Damsterdiep – Boterdiep. Misschien zoek ik ’t een andere keer nog eens uit.

Naar aanleiding van het eerste stukje kreeg Bodewes intussen een tweede lied uit de provincie zelf, en wel van een mej. D. Groenewold uit Overschild. Zij meldde dat ze van haar moeder een boekje had geërfd, dat in 1890 verscheen bij het vijftienjarige bestaan van de Kweekschool. In dat boekje stond een stuk over de oprichting van de club – Bakker en Brukker waren dat jaar bestuursleden geweest.

Volgens Mej. Groenewold stonden de wedstrijd-uitslagen van de jaren 1875-1890 in haar boekje en ook een hele serie liedjes, onder meer de tekst van de coupletten die mevrouw Steenhuis aan de samensteller van de Noorder Rondblik leverde, Deze liedjes, zo schreef mejuffrouw Groenewold, werden ’s avonds bij de prijsuitreikingen in het Concerthuis gezongen:

“Want zoo’n ijswedstrijd was een waar festijn in die dagen, waar veel publiek bij betrokken was. Ik lees hier van een hardrijderij op schaatsen door jongens van 11 – 16 jaar op 12 Dec. 1890 op het Verbindingskanaal Boterdiep-Damsterdiep, 50 jongens lieten zich inschrijven tegen een inlage ƒ 0,25. Om 10 uur smorgen ging men in optocht naar de ijsbaan, voorafgegaan door een corps muzikanten en geëscorteerd door een flink aantal politieagenten. Dan begon de wedstrijd tot half 1, een uur pauze, en tegen 5 uur als het reeds donker werd en de wedstrijd beslist was, trokken en bestuur en de prijswinnaars, met de muziek voorop in optocht door een gedeelte der stad waarbij veel publiek evenals bij de wedstrijd aanwezig was. Deze wedstrijd was de ijsbaan voor het eerst voorzien van electrische verlichting (…)”

Zoals al gebleken is, ging de prijsuitreiking gepaard met een feest:

Er werd geklonken en gedronken en gezongen tot het sluitingsuur daar was”,

aldus mej. Groenewold. Volgens haar had haar moeder, geboren in 1877, deelgenomen aan een wedstrijd van de Kweekschool. Zo kwam dat boekje, waarschijnlijk een soort programma, ook in haar bezit. Haar moeder won bij die wedstrijd een gouden speld die eveneens nog steeds in haar bezit was. Moeders buurmeisje Jantje Hofstede was een nog betere schaatster want die won eens een gouden horloge bij de Kweekschool. Beide woonden in Garmerwolde. De vader van Jantje, Willem Hofstede, bracht de meisjes voor de wedstrijd met het rijtuig naar de stad.

Mej. Groenewold sloot bij haar brief aan Bodewes een Kweekschool-lied in dat bedoeld was als huldeblijk aan de winnaressen:

“Komt, thans een lied ter eere
van ’t winnend meisjestal
Wat ook de vreugd vermeere,
Zoo’n loflied bovenal.

Ja, lof aan haar die zich zoo dapper weerden op de baan,
En die als vlugste rijdsters thans hun aandeel niet ontgaan,

REFREIN:
Dat zij leven!
Steeds omgeven
Door ’t heil wat ’t leven biedt
met veel glorie
en victorie
Op de ijsbaan in ’t verschiet.

De kloeke winnaressen
van d’eerste en tweede prijs,
Zij waren klaar van zessen
In ’t rijden op het ijs.

Een gouden dames remontoir was deel van nummer één
En om een zilver dito werd als tweede prijs gestreen.
Dat zij leven! enz.

Ook zij die ’t voorrecht smaakten
Der prijzen drie en vier,
en zich verdienstlijk maakten,
Zij streden stout en fier.

Een broche met twee belletjes van goud, haar toegezegd.
En nog een zilvren armband, verdienden zij met recht.
Dat zij leven enz.

Geluk met uwe prijzen
Gij meisjes rap ter been,
Wij doen ons loflied rijzen
Ter uwer eer alleen.

Wij wensen U nog meerder roem op de hardrijdersbaan,
En heffen thans de glazen hoog, daar kan een dronk ontstaan.
Dat zij leven enz.”



Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.