Tarieven van de stadstol bij De Punt

Ik was dus naar het archief voor dit stuk, een bekendmaking uit 1733 van de tarieven die de pachter van de stadstol bij De Punt moest hanteren:

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

De opbouw is eigenlijk een beetje onlogisch. Het stuk begint meteen met zware tarieven, terwijl de vrijstellingen achteraan staan. Dat draai ik in mijn uitleg maar even om.

Sinds 1467 was de Puntertol een stadstol en dat de stadjers er zelf geen tol hoefden betalen was misschien wel een beetje logisch. Maar ook de ingezetenen van Assen waren vrijgesteld. Waarschijnlijk traden zij in de voetsporen van het vrouwenklooster te Assen, dat in 1515 deze vrijstelling verkreeg. De ingezetenen van de hoge zijde van het Gorecht – dit zijn de Hondsrugdorpen Helpen, Haren, Glimmen, Onnen en Noordlaren – verkregen hun vrijstelling pas op een rekest in 1697. Verder waren er wel eens individuele vrijstellingen, die in dit stuk ongenoemd blijven. Zo kreeg iemand die vlak in de buurt woonde, in 1660 tolvrijdom omdat hij een perceel hooiland, ter plaatse gelegen “aan ’t Craenlandt”, afstond aan de stad.

Een voetganger die niet uit Groningen, ’t hooggelegen Gorecht of Assen kwam, of over een individuele vrijstelling beschikte, moest twee duiten betalen, dat is een kwart van een stuiver. Als een Drent van buiten Assen echter heen en weer ging op dezelfde dag, dan hoefde hij maar één enkele passage te betalen.

Per schaap en varken hief de tolmeester eveneens twee duiten, voor een veulen en een koe werd dat bedrag verdubbeld tot een halve stuiver, en een paard deed een hele stuiver.

Voor een wagen met paarden hoefde een Drent maar een halve stuiver te betalen. Mensen die niet uit de stad, het hoge Gorecht of Drenthe kwamen, gaven voor een wagen met twee paarden twee stuivers, en vervolgens kwam er voor ieder paard een stuiver bij. Als er een zware koets van een hoog personage uit den vreemde langskwam, had de tolmeester dus een buitengewoon goeie dag.

De stad beschermde deze pachter met een boete voor mensen die de tol verzuimden te betalen. Van hen mocht hij een daalder eisen, en voldeden ze die niet, dan mocht de tolmeester pand halen, dus letterlijk beslag leggen op levende have of bagage. Werd zo’n in beslag genomen pand niet door de schuldenaar gelost, dan volgde na een korte gerechtelijke procedure de executoriale verkoop.


3 reacties on “Tarieven van de stadstol bij De Punt”

  1. aargh schreef:

    Rekeningrijden dus, niets nieuws onder de zon. Zegget voort, je hebt je plicht gedaan 🙂

  2. Hoe toonde een gewone Assenaar eigenlijk aan dat hij uit Assen kwam?

    De tolwachter zal ze toch niet allemaal gekend hebben. Werden er toen al identiteitsbewijzen uitgereikt door de gemeente?

  3. Gelkinghe schreef:

    @Erik,
    Ik weet ook niet hoe men het inwonersvchap van Assen bewees. Er ontstond ook trammelant doordat anderen zich voor Assenaren uitgaven. Daarover gaat een volgende aflevering.
    Maar als ik speculeer, dan zou de lokale kerkeraad ook wel eens verklaringen van inwonerschap kunnen hebben verstrekt.
    Indertijd waren er ook al paspoorten, maar dan vooral voor militairen.


Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.