Ongeletterd Sebaldeburen (1811)

“Allen kunnen hier op verre na niet lezen of schrijven: velen die nog lezen kunnen, lezen slecht; weinigen kunnen dit behoorlijk doen. Er zijn velen, die niet meer schrijven kunnen, dan hunnen naam; eenige weinigen schrijven redelijk.”

Dat schreef dominee Westendorp van Sebaldeburen in 1811 over zijn gemeente. Bij zo’n lage graad van geletterdheid is het geen wonder dat er ook weinig (courante) lectuur in omloop was:

“Met het lezen van nieuwe werken houdt zich slechts eene enkele op: er wordt bijna niet gelezen. De meesten hebben zelfs tegen latere werken een vooroordeel.”

Bij onderzoek naar Noord-Drentse boedelinventarissen uit de achttiende eeuw, bleek me ooit, dat minder dan tien procent van de erflaters daar boeken in huis had, anders dan een bijbel of testament. Slechts een enkeling bezat wat stichtelijke werken, en verder hadden de dominee, de dokter en de rechtsgeleerde boeken op hun vakgebied, maar daarmee hield het wel op. Westendorps opsomming van het boekenbezit in Sebaldeburen sluit naadloos op die bevinding aan:

“Sommige huisgezinnen hebben geen boek, anderen alleen den bijbel, eenige bovendien nog een gebedeboekje of bloemhofje, of een paar kleine methodistische blaadjes, die door omloopsters verkocht worden. Zeer weinigen hebben den een’ of anderen schrijver over den Catechismus, en een boek met predikaties. Brakel is hier van al de schrijvers het meeste in achting. Hij en Cats zijn hier haast alleen bekend.”

De citaten komen uit een bespreking van Westendorps inwijdingspreek voor de nieuwe kerk van Sebaldeburen (1807), die aangevuld met een historisch essay, in 1811 verscheen bij uitgever Oomkens in Groningen. De bespreking stond in de Vaderlandsche Letteroefeningen van dat jaar, die met andere jaargangen van dat literaire tijdschrift door DBNL op het web is gezet.



Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.