Eega CdK gaf cursus rolpens
Geplaatst op: 6 oktober 2009 Hoort bij: Drenthe vrogger, Geschiedenis Een reactie plaatsenIn 1918, aan het eind van de Eerste Wereldoorlog, moesten boeren al hun graan aan de overheid leveren, zonder dat ze er iets van mochten achterhouden. En dus konden ze geen varkens meer vetmesten. De Havelter familie Veldman, die anders in november altijd twee varkens van elk ruim 400 kilo door de huisslachter liet slachten, besloot daarom in plaats van de magere zwijnen in het voorjaar, in het najaar een vette koe te kopen. Alleen zat ze toen wel met een probleem. Hoe je zo’n rund na de slacht moest verwerken, dat wist vrouw Veldman niet. In de buurt, op Overcinge, woonde echter een reddende engel, in de persoon van mevrouw Linthorst Homan – Kymmell (1843-1918). Deze zei:
“Vrouw Veldman dan help ik oe met. Ie doet ’t wark en ik zeg ’t oe wel…”
En zo leerde vrouw Veldman van de vrouw van de oude Commissaris der Koningin hoe ze pens moest schoonmaken en met karnewelk moest verwerken tot rolpens.
In 1967 deed de toen 67-jarige dochter van vrouw Veldman dit curieuze verhaal aan iemand, die streektaal-opnames maakte voor het Meertens-instituut. Sinds kort staat die opname met talloze andere op een website, en zo hoor ik dan het uitstervende dialect van mijn jeugd nog eens in ingeblikte vorm terug.
Die dochter en haar iets oudere man Geert vertellen ook over het bakken van stoet (kort) en roggebrood (lang) in het stookhok, en het koeiendrijven dat de kinderen moesten doen voor ze naar school toe gingen.
Geert en een kennis Roelf, een oud-winkelier uit de omgeving, leggen bovendien uit hoe het hooien ging. Dat werk begon pas na de langste dag, terwijl het in 1967 vaak al in mei plaatsvond, ruim een maand eerder. De madelanden waren begin twintigste eeuw lang niet zo goed als later, want ze werden nog niet bemest, hooguit bevloeid:
“Dat waren allemoal van die blauwgies, dat was blauwgras hè.”
Ook het steken van heideplaggen voor de potstal, de brandcultuur van veenboekweit, het turfgraven en -trappen, de boterbereiding en het dorsen komen ter sprake. Je raakt nog eens op de hoogte van het oude boerenbedrijf in Havelte. Jammer alleen, dat dat de respondenten hun verhaal nogal haastig doen. Voor mij hadden ze best wat meer mogen uitweiden.

Recente reacties