De boeken van de Oldambtster drost
Geplaatst op: 1 november 2009 Hoort bij: Geschiedenis Een reactie plaatsenIk heb me vandaag eens beziggehouden met de bibiotheek van Rudolf Joan Pruimers, drost en daarmee bestuurlijk-juridisch de hoogste baas van het Wold-Oldambt. In 1800 stierf hij te Zuidbroek
Misschien is bibliotheek het verkeerde woord, want de boekenlijst op Pruimers boedelinventaris omvat, afgezien van drie pakketten kleine boeken, 49 uitgeschreven titels, wat al met al niet extreem veel is. Ook al zitten er verscheidene meerdelige seriewerken tussen de wel uitgeschreven titels.
Qua formaat waren 5 van die boeken in folio, 7 in kwarto en 37 in octavo. Inhoudelijk in categorieën verdeeld waren 20 titels juridisch van aard, 6 politiek, 5 literair, en gingen er 4 over de klassieke oudheid, ook 4 over filosofie, 3 over geografie, 2 over geschiedenis en 2 over stichtelijke en theologische zaken. Bovendien waren er dan nog enkele boeken die in hun eentje hokjes vullen als algemeen, muziek en meetkunde.
Spreekt het vanzelf dat een beroepsbestuurder en rechter veel juridische titels had, minder voor de hand ligt het nagenoeg ontbreken van theologische en godsdienstige boeken bij de ex-predikant Pruimers. Hij had onder meer op de kansel gestaan in Stitswerd (vanaf 1781) en ten Boer (1786). Ik meen me te herinneren dat hij als patriot in 1788 ook te maken kreeg met de Commissie tot Handhaving van de Gevestigde Constitutie, en misschien wel als predikant werd afgezet. In elk geval promoveerde hij in 1789 aan de Groninger academie op juridische stellingen, niet op theologische. Na de patriotse revolutie van 1795 werd hij (weer) politiek actief, om dus als bestuurder te eindigen.
Aan de boekerij van de Oldambster drost wordt onmiddellijk duidelijk, waarom er kort na 1800 een enorme inhaalslag op juridisch terrein gemaakt moest worden. Van de 20 juridische titels, waaronder al zijn folianten en kwarto’s, is het merendeel namelijk stokoud, want afkomstig uit de zeventiende eeuw. Drie folianten zijn er van Carpsovius (1595-1666), een Saksische rechtsgeleerde, die inderdaad nog heel lang als autoriteit gold. Voor hem overtrad de dader van een delict niet alleen de wet, maar was het ook een zondaar die zich tegen God verzet had. Vandaar die draconische straffen. Overigens was Carpsovius nou ook weer geen liefhebber van tortuur. Folteren mocht alleen binnen zeer nauw omschreven grenzen, en Carpsovius zou liever een schuldige laten lopen dan een onschuldige veroordelen.
Ook de Fransman Brissonius, wiens juridische woordenboek telkenmale herdrukt werd van 1559 tot 1805, was een klassieke autoriteit, evenals de Nederlanders Antonius Matthaeus III (1635 – 1710; met drie titels op de lijst vertegenwoordigd), Simon Groenewegen (1613 – 1652) en natuurlijk Grotius oftewel Hugo de Groot (1583 – 1645), wiens ‘Inleydinge tot de Hollantsche rechtsgeleertheit’ uit 1631 op Pruimers’ boekenlijst staat. Dit was De Groots’ bekendste Nederlandstalige werk. Hij schreef het in gevangenschap en had er een kist boeken voor nodig, welke hij naderhand in leegelezen toestand zou benutten voor zijn ontsnapping uir Slot Loevestein. Wat betreft het zeerecht had Pruimers, wiens jurisdictie zich tot de Dollard uitstrekte, werk van Grotius’ tegenstander, de Engelsman John Selden (1584 – 1654). Deze betoogde dat de zee helemaal niet vrij was, zoals die Hollander beweerde.
Wat minder belegen en nieuwer juridisch werk is er van de Duitser Just Henning Böhmer (1674 – 1749) en de Nederlander Johannes van der Linden van Spranckhuysen (1766 – 1855). Diens ‘Verhandeling over de judicieele practijcq of form van procedeeren’ (Leiden 1794-1798), was zogezegd nog kakelvers toen de inventarisatoren Pruimers’ nalatenschap optekenden.
Wordt vervolgd

Recente reacties