De boeken van de Oldambtster drost (III)
Geplaatst op: 3 november 2009 Hoort bij: Geschiedenis Een reactie plaatsen
Op Pruimers boekenlijst staan vijf literaire werken. Opvallend is dat twee daarvan vrouwelijke auteurs hadden.
Deze boeken zouden natuurlijk ook het eigendom geweest kunnen zijn van zijn vrouw Hester Catharina Hoeth, die iets eerder overleed dan hij. Dan nog vallen die vrouwelijke auteurs op.
Het literaire werk was wat ouder dan de politieke pamfletten, maar veel jonger dan de juridische handboeken in Pruimers boekerij.
De nieuwe Clarisse, eene waarachtige geschiedenis verscheen in 1768. Het was een vertaling van een werk van de Franse schrijfster Jeanne Marie Le Prince de Beaumont, die medio achttiende eeuw als gouvernante in Engeland een talent voor het vertellen van sprookjes en verhalen ontwikkelde. Naderhand zette ze dit om reeksen brave publicaties voor kindertjes. Een van haar Magazines bevatte ‘Belle en het Beest’, oftewel ‘The Beauty and the Beast’. Dankzij haar sterk ingekorte versie werd dat verhaal beroemd, maar ze ontleende het aan een andere vrouwelijke auteur, Gabrielle-Suzanne Barbot de Villeneuve.
La Nouvelle Clarisse, histoire véritable (1767), zoals het werkje op Pruimers lijst eigenlijk heette, was evenmin een origineel werk van Le Prince de Beaumont. Hier ging het om een ingekorte en bewerkte versie van Samuel Richardsons brievenroman Clarissa, or the History of a Young Lady (1748). Het boek verhaalt van een extreem schone en deugdzame jongedame, wier familie net boven Jan is geraakt en enigszins parvenu-achtige neigingen vertoont.. Door duistere machinaties gaat Clarissa er vandoor met een jonge edelman, die ze helemaal niet wil trouwen, maar hij drogeert en verkracht haar en ze komt nog in een bordeel terecht ook. Nog steeds weigert ze een huwelijk met deze loverboy avant la lettre. Ze sterft in het volle bewustzijn van haar deugdzaamheid en haar verwanten realiseren zich dan wat voor ellende ze hebben aangericht. De loverboy komt aan zijn einde in een duel. In 1991 vond de BBC hierin nog eens stof voor een serie.
De trilogie Evelina, een Engelsche geschiedenis, verscheen tussen 1782 en 1785. Hier ging het om de vertaling van Evelina, or the History of a Young Lady’s Entrance into the World (1778). Dit was de eerste roman van Fanny Burney, de dochter van de muziekauteur waarvan werk door de Groninger organist Lustig vertaald werd. Fanny publiceerde Evelina zonder medeweten en toestemming van haar vader. Het boek is een zedenschets van de Engelse hogere middenklasse door de ogen van een jonge vrouw, en tegelijk een satire op de allerlei vormen van hypocrisie en beperkingen waarmee vrouwen moesten leven, De vrouwelijke hoofdpersoon heeft, anders dan de driehonderd procent deugdzame Clarissa, enige karakterzwakten en het cockney-dialect van Londonse arbeiders schijnt in Evelina ook meesterlijk getroffen te zijn. Het boek werd mede dankzij critici als Dr. Samuel Johnson een succes en beleefde meerdere herdrukken in het Verenigd Koninkrijk. Toen Burney senior ontdekte dat zijn dochter het geschreven had, kon hij niet eens meer kwaad op haar zijn.
Verder stond op de lijst van Pruimers een driedelig werk van de Franse schrijver Marmontel, Les Incas (1777). Het richtte zich tegen geloofsijver. De wreedheden die de Spanjaarden begingen op de Indianen van Zuid-Amerika zouden volgens Marmonteel zijn voortgekomen uit hun religieuze fanatisme. En dan had Pruimers, net als wedman Sijpko Stheeman van Scheemda in 1767, een exemplaar van Le Philosophe de Sans Souci, waaruit je mag concluderen dat Der alte Fritz in het Oldambt door meerdere lezers gevolgd werd.
Dit segment van Pruimers boekerij sluit ik af met de vermelding van De Hollandsche wijsgeer in Vrankrijk (1790), een boek van de radicale patriot Gerrit Paape, die zijn romanfiguren in de actuele politieke situatie van vlak na de Franse revolutie plaatste.

Recente reacties