Geuzenkeutel
Geplaatst op: 1 december 2009 Hoort bij: Geschiedenis 6 reactiesOok al zit het stuk uit 1742 in de serie boedelinventarissen van het gerecht Selwerd en Sappemeer, het is eigenlijk helemaal geen boedelinventaris. Eerder is het puur een lijst van onroerende goederen. Deels heeft Willem Pauwels, woonachtig op de boerderij Westerhuis onder Onnen, dat vastgoed twintig jaar eerder geërfd van zijn moeder Jantien Schuiringe. Voor een ander deel is het afkomstig van wijlen zijn vrouw die uit Haren afkomstig was.
Het is een lange lijst, met flink wat veldnamen. Een daarvan springt er uit: de akker bouwland, groot 1 mud, die Willem als nummer 17 op zijn lijst opvoerde onder de naam
“de Guse Keutel”
Wat zou dat nou toch zijn?
Jan Naarding, die in 1953 een artikel over veldnamen van Onnen schreef, en daarbij hevig speculeerde over een Friese oorsprong van dat dorp, noemt de veldnaam niet. Wel kwam hij de Keutelbulten tegen, Die bracht hij in verband met de keuters, de kleine boertjes van het dorp die geen waardeel (aandeel) in de collectieve boermarke hadden en deels als arbeiders in dienst waren van de grote boeren. Keutelbulten, zegt Naarding,
“kan een spottende vervorming zijn van keuterbulten; het slechtste land, door de gewaardeelden niet gebruikt, bleef over voor de keuters!”
Naarding vond de verklaring kennelijk zelf al wat gezocht, en bood daarom tevens een alternatieve aan:
“Maar misschien mogen we ’t eerste lid ook in verband brengen met de talrijke sporen van konijnen op en bij die bulten, hoogten.”
Tot zover Naarding, die er wat mij betreft met zijn tweede verklaring dichterbij zat, dan met zijn eerste. Maar niet dichtbij genoeg.
Het zal intussen volstrekt duidelijk zijn dat “Guse Keutel” de oudste rechten heeft, en dat de naam “Keutelbulten” daar waarschijnlijk van afgeleid is. Maar waar staat Guse Keutel voor?
Over dat keutel kan wat mij betreft geen misverstand bestaan, dat is gewoon een excrement. Om de definitie van het WNT aan te halen:
“…dikwijls hard en gedrongen stuk of eind drek (van menschen); vaste, harde drekbal, drekklomp (van groote dieren); drekklompje, rond of langwerpig-rond drekballetje (van schapen en geiten, kleine knaagdieren, enz.”
Nu zagen de Onnenaren dergelijke voorwerpen afkomstig van schapen, geiten en kleine knaagdieren bijna dagelijks en dat op allerlei plekken. Dat onderscheidde de naar de keutel vernoemde akker niet. Die keutel was dus waarschijnlijk afkomstig van een mens, en dan een bijzonder mens.
Nee, niet iemand met de naam Guus, Want Guzen liepen hier nog niet rond.
Wel doet dat Guse denken aan een meervoudsvorm. En aangezien eu’s in de streektaal vanouds nog wel eens naar een ü verglijden (denk maar aan euro > uro) vermoed ik dat de Onnenaren er ter plaatse ooit door een keutel zijn achtergekomen dat er geuzen hadden gebivakkeerd.
De vernoeming van het akkertje hield de herinnering aan de geuzenkeutel en het bijbehorende verhaal over een vergeefse achtervolging door de Spanjolen nog tot in de achttiende eeuw levend. De naam ging op zich verloren en in de twintigste eeuw wees alleen het relict Keutelbulten er nog op, dat hij ooit had bestaan.
Bron: Groninger Archieven, Toegang 730, inv. nr. 786 ‘Boedelinventaris van Jantjen Schuiringe’, 1742


@Gelkhinge doet me ook wel wat denken aan het Oldambtster woord ‘koedelomke’ wat voor kleine gedrongen types wordt gebruikt.
las trouwens net dat koedelomke uit het Jiddisch is overgenomen! net als andere gebruikelijke Oostgroninger worden als maaium (regen), grommen (kinderen), maaiem (regen) en meekaaiem (slaan).
http://groups.yahoo.com/group/groningen-genealogy/message/21884
Dit heeft een breder verspreidingsgebied (gehad) dan alleen Winschoten.
@Roodoorn,
Ik denk niet dat de boeren van Onnen voor 1721 een stuk land met een woord uit het jiddisch vernoemdem. Er waren toen nauwelijks joden in het Gorecht. Joodse woorden kwamen wel terecht in het bargoens van de zelfkant, maar de oversteek naar veldnamen is echt een brug te ver.
oh nee ;-)) dat denk ik ook niet was meer de associatie die het opriep!
Hoe wordt die oe trouwens uitgesproken? Als oe of als eu?
@ Gelkhinge, eenduidig met een oe. maar wel met dezelfde betekenis klein, dik, gedrongen.