Koning van Holland leed aan een SOA
Geplaatst op: 18 januari 2010 Hoort bij: Geschiedenis 1 reactie
Koning Lodewijk Napoleon gold als
“een dier ongelukkigen, die de tol hunner amoureusheid levenslang moesten betalen”.
Hij had lues, oftewel syfilis, de harde sjanker. Hiertegen dronk hij aanvankelijk ezelinnemelk. Later gebruikte Zijne Majesteit het zog van een min. Deze dame zat altijd in een volgkoets, als hij ’s zomers naar buiten reed.
De ezelinnemelk en de min waren de koning aanbevolen door zijn eerste lijfarts, Matthias van Geuns, een hoogleraar geneeskunde aan de Utrechtse Academie. Van Geuns, een oud-Groninger stadsarts die nogal recht voor zijn raap kon zijn, verkeerde op vertrouwelijke voet met de koning.
Voordat Van Geuns Premier Médecin Consultant werd, ontbood de Koning hem eens met drie andere gerenommeerde geneesheren. Allemaal moesten ze hem apart onderzoeken en een eigen recept uitschrijven. Daarna moesten de heren overleg plegen om onderling tot een vergelijk te komen. Van Geuns paste hier toen voor, omdat zijns insziens een “hutspotrecept” het resultaat zou zijn. “Sire”, zei hij,
“dat is een maatregel waaraan ik mijn hond nog niet zou willen onderwerpen.”
Bron:
J.H. Sypkens Smit – Leven en werken van Matthias van Geuns M.D. 1735 – 1817 (Groningen diss.1953) pag. 132 – 138

Maar die hond had waarschijnlijk ook geen lues!