Van de dalles in De Hoogte tot hoogste ome bij Wolters

Geplaatst op 22 februari 2010  a

In zijn jeugd, zo schreef uitgever Jan de Groot (1930-2008), had de Groninger stadswijk De Hoogte…

“…een heel eigen karakter van saamhorigheid, met gedeelde armoede als negatief maar bindend element, maar ook met de fiere kracht van sterkende buurtcontacten, met veel binding, ook politiek.”

Volgens hem en zijn broer Johan had de bezorger van de socialistische krant Het Volk in hun buurt geen lijstje bij zich van abonnees, maar daarentegen van mensen bij wie hij de krant niet hoefde te bezorgen en wier adressen hij dus kon overslaan. Jan en Johan noemen De Hoogte een geïsoleerde wijk, een “soort besloten tuindorp”, zo aan het eind van de Bedumerweg. Johan contrasteert daarbij de eigen buurt met die van de andere kant van de Bedumerweg, waar meer een soort van lompenproletariaat woonde:

“Tussen De Hoogte en bijvoorbeeld het Deliplein gaapte een wereld van verschil. Dag en nacht. Het Deliplein was echt het laagste van het laagste. Op De Hoogte werd de krant gelezen, het Volksdagblad; iedereen was georganiseerd; op 1 mei stikte het van de rode vlaggen.”

Dat contrast keert ook weer terug in een interview met hun jongere broer Carolus. “Natuurlijk had je wel mensen die het beroerder hadden”, zegt hij,

“op het Deliplein bijvoorbeeld, daar zaten echt ‘schooiers’ bij. Ze konden er niks aan doen, ze waren ook maar zo gemaakt door de maatschappij.
Je had dus, vonden wij in die tijd, arbeiders en arbeiders. Wij onderscheidden ons van die andere arbeiders bijvoorbeeld door ons taalgebruik. Zij waren toch veel ruwer en grover in hun woorden. Echt onvertogen woorden kwamen er bij ons niet veel uit. Vloeken wel natuurlijk.”

De citaten over De Hoogte en naburige wijken haalde ik van de website, die Coos de Groot maakte voor wijlen zijn vader Jan. Uit de verschillende verhalen valt op te maken dat  deze Jan de Groot opgroeide in een gezin zonder regelmaat, met een vader die vaak werkloos was en daarom in de steun of de werkverschaffing zat. Desondanks ging Jan de Groot als een van de zeer weinige arbeidersjongens uit De Hoogte naar de HBS. Studeren was er eerst niet bij. In 1949 kwam hij als jongste bediende in dienst bij uitgeverij Wolters, waar hij in twintig jaar tijd opklom tot directeur, een functie die hij later ook had bij de fusie-uitgeverij Wolters Noordhoff.

Toch zou Jan de Groot zijn afkomst nooit verloochenen. Hij bleef “uitgever met een rood hart”.  Dat blijkt ook wel uit de ‘boekjes ‘ die hij na zijn pensionering schreef en in eigen beheer uitgaf. Zijn zoon heeft deze allemaal op de website ter ere van zijn vader gezet. Ze gaan onder meer over het satirische weekblad ‘De Notenkraker’, de socialistische jeugdclub AJC en het socialistische familieblad ‘Wij, ons werk, ons leven’. Samen met de kortere stukken die Jan de Groot als uitgever naliet bieden ze stof voor vele avonden leesplezier.

Illustratie: Johan Dijkstra – Ontwerp muurschildering voor JB Wolters (1961 )


One Comment on “Van de dalles in De Hoogte tot hoogste ome bij Wolters”

  1. Jan K. schreef:

    Mooi verhaal. Die Jan de Groot lijkt me uit het juiste hout gesneden.
    Ik heb meteen een paar van die ‘boekjes’ gedownload.


Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.