Het Olde Schoelplein

Geplaatst op 10 maart 2010  a

Deze kreeg ik gister: het Havelter Piet Soerplein en omgeving ergens in de jaren zestig.

Dat plein, een open grasveld eigenlijk, waarop gek genoeg nooit gevoetbald werd, maar wel eens een paasbult brandde, was genoemd naar een vliegenier uit Havelte die in de jaren dertig neerstortte en omkwam. Een pionier en martelaar van de luchtvaart, zeg maar.

De vernoeming naar Piet Soer, in 1967, heb ik meegemaakt. Links buiten beeld kwam een dikke hunebedkei met een plaquette in een gemetseld perkje te staan, en de burgemeester en allerlei hotemetoten voerden een plechtigheid op. Dorpsfanfare De Bosnimf speulde een riedel, vlagvertoon, ballonnen omhoog, nou ja je kent het vast wel uit eigen ervaring, een dergelijk festijn.

De bomen centraal in beeld zijn er volgens mij niet meer. Tegen de bomen links, voor zover ze er nog staan heb je nu een rijtje winkels, zoals de bakkerszaak van een klasgenoot.

Voordat er begin jaren vijftig rechts buiten beeld een nieuwe school verrees, had je op de ruimte centraal in beeld de openbare lagere school, een laag langgerekt gebouw uit de negentiende eeuw. Daarom heette het plein, of dat grasveld, in de volksmond ook nog lange tijd ‘Het Olde Schoelplein’. Ik herinner me nu opeens dat er in mijn jonge jaren zelfs nog stukjes muur te zien waren, die her en der een heel klein beetje boven de grond uitstaken. Later waren die weg.

Dat hing wellicht samen met een herinrichting. Zo ontbreken op de foto centraal in beeld nog twee dikke hunebedkeien, die er vanaf 1962 kwamen te liggen. Deze gingen al vrij snel als verzamelpunt fungeren bij uitwedstrijden van voetbal, Van lieverlee kwam de dorpsjeugd er bijeen. Als kleine jongen raakte je met moeite bovenop die keien, hoe groter je werd hoe gemakkelijker je dat afging en hoe minder uitdagend het was.

Die straat achter in beeld stond onlangs even op de nominatie om te verdwijnen voor een wat robuustere centrumfunctie. Het is het eerste stuk van de Molenkampweg. In het andere, meer westelijke deel ben ik geboren en opgegroeid.

Achter de richtingaanwijzer zie het pand van Faber, met zijn grote etalageruiten. Bij Faber kocht mijn vader zijn Fongers. Faber zetelde in die tijd – denk ik – nog in een ouderwetse smederij. Dat moderne pand is van de jaren vijftig. Aan de linkerkant had je eerst nog een fietsenmakerij. Achter de etalageruiten stonden fietsen, kolenkachels en huishoudelijke benodigdheden als daar zijn vergieten.

Op een dag had mijn anderhalf jaar jongere broer Bert een hele fijna katapult en schoot daarmee een steentje af op de middelste etalageruit van Faber. Peng!!! Faber, een wat prommelige oude man, kwam als een speer zijn huis uit en achtervolgde mijn broer tot in de  bijkeuken van ons huis. Terwijl mijn broer zich boven sidderend onder zijn bedje verstopte, stond mijn moeder met de ellebogen in haar zij voor de ziedende heer Faber geposteerd. Hij schreeuwde tegen haar dat mijn inmiddels ondergedoken broer wel zooooo’n gat (handen maximaal uiteen, zowel horizontaal als verticaal) in zijn superdeluxe grote etalageruit geschoten had, ze konden hem zomaar van alles uit de winkel jatten. Mijn ouders gingen met hem mee om de schade op te nemen. Het bleek maar zoooo’n klein sterretje (duim en wijsvinger zo dicht mogelijk bij elkaar). Voor dat moment ging er een plakkertje overheen en de verzekering betaalde later de schade.

Tussen het tweede en derde huis zat een bankfiliaal met een klok. Daar keken we altijd op als we naar school gingen. In het laatste zichtbare huis woonden onderwijzers. Eerst die van de vijfde klas die ik totaal ben vergeten. Later die van de vierde. Deze man gaf de zanglessen  in de bovenste klassen en kon meedogenloos je oor omdraaien als je zijn instructies niet goed volgde, of gewoon zat te klieren. Ik zou het niet erg gevonden hebben als .ik hem ook vergeten was.



Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.