’t Peerd van Ome Loeks en zijn internationale wortels

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA
Radio Noord bracht vandaag meermalen het kennelijk nog niet internetrijpe bericht, dat het deze week precies honderd jaar geleden is, dat het Peerd van ome Loeks doodging.

Aan het woord kwam de uitbater van Eetcafé de Slingerij, die dit jubileum graag enige luister wil bijzetten. Hij vertelde het op zich bekende verhaal dat de toenmalige eigenaar van de Slingerij, Lucas van Hemmen (alias ome Loeks) een duur renpaard had, dat in een onrustige bui de stalknecht tegen de muur drukte. Om de knecht uit zijn benarde positie te bevrijden greep Van Hemmen een riek (mestvork) en prikte daarmee het peerd in de neus. Een dag of wat later ging het dier, dat voordien nog kerngezond was en vrolijk met zijn staart in het rond zwaaide, dood aan de complicaties.

Op de vraag van de reporter hoe dit verhaal zo bekend kon worden zei de uitbater dat iedere Groninger destijds ome Loeks en de Slingerij kende.  Dat is best mogelijk, maar het liedje zou volgens mij finaal vergeten zijn, als de tekst niet was gezet op een wijsje, dat door de opkomst van de Weense wals in de negentiende eeuw een geheide evergreen was, en waarop men nu ook nog steeds een Sinterklaasliedje zingt, namelijk: “Daar wordt aan de deur geklopt, hard geklopt, zacht geklopt.”

Dat wijsje is oorspronkelijk een Weens volksliedje, Oh du lieber Augustin. En net als ‘Peerd van Ome Loeks’ is het oorspronkelijk een spotliedje. Het zou gecomponeerd zijn door een speelman uit de zeventiende eeuw, die er zijn verachting voor de zwarte dood mee uitdrukte.

Wat dus op het eerste gezicht een oorspronkelijk Gronings geestesproduct lijkt, blijkt onvermoede internationale wortels te hebben. Zo gaat dat trouwens wel vaker met zaken, die we graag beschouwen als authentiek lokale folklore.

Geplaatst op 29 juli 2010  peerd 2



Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.