Van de Venne en turf
Geplaatst op: 26 augustus 2010 Hoort bij: Geschiedenis 3 reacties
Het British Museum bezit van Adriaen van de Venne (1589 – 1662) een prachtig tekenboek, en het mooie is dat je dat tegenwoordig helemaal kunt bekijken en downloaden via het zoekvenstertje op de Research-pagina van dat Museum.
Er staan tekeningen in van hoogwaardigheidsbekleders, geleerden, koop- en ambachtslui, boeren en soldaten. Vaak vermaken die zich opperbest met bijvoorbeeld musiceren, dansen, rijden, varen, vogeltjes vangen, jagen, kolven, kaatsen, tennis, biljart of schaatsen. Maar er zitten ook scènes bij waarin mensen gewoon bezig zijn met hun werk.
Zoals op het bovenstaande plaatje, dat op didactisch verwantwoorde wijze een overzicht geeft van de lage veenderij. Dat is turfgraverij waarbij klyn, veenspecie, vanonder de (grond)waterspiegel wordt weggehaald met een beugel. Ontelbare meren zijn er zo ontstaan. Links op het plaatje zie je zo’n beugelaar of baggelaar bezig.
De klyn deponeert hij op de wal naast hem. Op dat zetveld zijn een man en een vrouw met plankjes onder hun voeten bezig de klyn te betreden. Zo ontwatert het spul al flink, bovendien krijgt het een mooie egale dikte. Achter de man en de vrouw zie in de verte een man bezig met het stikken van de egale en half ontwaterde klynlaag. Met behulp een ijzeren stuk gereedschap steekt hij de turven uit. Deze worden vervolgens van het zetveld weggehaald en neergezet in luchtige stapels, waar de wind vrijelijk doorheen kan spelen.

Het baggelen houdt op met de langste dag (21 juni), maar pas tegen de herfst zijn de turven zo droog dat ze klaar zijn voor huisbrand of voor gebruik in brouwerijen, stokerijen en andere nijverheid. Hoe de verkoop aan particulieren in zijn werk ging toont Van de Venne op een andere tekening. Een scheepje met turf ligt aan de wal, en in een vat past een turfmeetster de turven af in regelmatige hoeveelheden. In manden en zakken gaat het product uiteindelijk naar het huis van de consument.
Plaatjes: © The Trustees of the British Museum

@Harry,
Ik heb, als kind mijn opa dat werk ook nog zien doen, als ik me goed herinner,werden die plankjes onder de klompen, tripplanken genoemd. Het snijden van het veen gebeurde met een speciale roller, bestaande uit 2 rollers van ca. 15 a 20 cm breed, met daar tussen een mes en een duw of trekstang.
Trouwens kan me nog goed herinneren, dat ik, terwijl mijn opa aan het snijden was, naar hem toe wou lopen, maar hij had tripplanken onder, ik niet. Het resultaat laat zich raden.
Prachtig materiaal Harry. De tekening van de “pile-driver” is ook heel mooi en uiteraard de molens, waaronder een poldermolen als binnenkruier. Dit is een molen zonder staart en waarvan de wieken boven in de kap van de molen op de wind worden gezet. Je ziet dit type nu nog uitsluitend in Noord-Holland.
Geweldig hoe gedetailleerd veel van die tekeningen zijn.