De mooiste plekjes van Amsterdam

Geplaatst op 10 juni 2011

In hun werk over de uithangtekens (1868) attenderen Van Lennep en Ter Gouw ons op een logement in de Amsterdamse Dubbeleworststeeg, waar Hendrik Cazimir, de stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe, als “Graaf van Vrieslant” op het uithangbord stond:

“Vraagt men, hoe die Friesche Stadhouder daar verzeild kwam, het antwoord is zeer eenvoudig: ’t was een herberg voor Friesche schippers en kooplui; want in het Damrak was de gewone ligplaats der schepen, die op de Friesche havens, Groningen en Emden voeren.”

Dat Van Lennep en Ter Gouw de Friese schippers als pars pro toto voor alle schippers uit het noorden nemen, zal een Groninger wellicht met lede ogen aanzien. Maar, en dit tot schrale troost, deze auteurs zijn beslist niet onfeilbaar, zoals blijkt uit hun positionering van de Dubbeleworststeeg. Deze onooglijke steeg ligt niet bij het Damrak, zoals de heren menen, maar tussen de Heregracht en de Singel, parallel aan de Beulingstraat, vlakbij het Spui. Dus niet ten noorden van de Dam, maar een eind ten zuiden ervan. En veel minder dicht bij het IJ.

Wat wel klopt in hun verhaal is dat beurtschepen met diverse noordelijke bestemmingen tegenover de Dubbeleworststeeg aanmeerden. Volgens almanakken als de  “Historische, geographische, konst-en-reis almanach” voeren die van Groningen daar op zondag- en donderdagochtenden af naar hun thuishaven. Althans, tot 1791. Toen werd de ligplaats verlegd naar het Damrak tegenover het Valkesteegje (nu de laatste steeg rechts, als je van het CS naar de Dam gaat). En die plek bleven de Groningers, onder gelijkblijvende afvaarttijden, tot ver in de negentiende eeuw houden. Ik ken Amsterdam niet goed genoeg om met zekerheid te stellen dat het in 1791 om een promotie ging, maar het lijkt er verdacht veel op dat de Groninger beurtschippers qua ligplaats van een B- naar een A-lokatie verhuisden. In elk geval waren ze na het van wal steken veel gauwer op het IJ.

Om terug te komen op de Dubbeleworststeeg, die figureerde medio achttiende eeuw een paar keer in advertenties in de Groninger Courant. Zo maakte de Groningse hovenier J.F. Schuit  in 1744 reclame voor zijn gedroogde groenten,

“…zeer dienstig om te verzenden naar oost en naar west, voor alle Capitaynen en Zeevarende Heren, aan geen bederf onderworpen.”

Daarbij meldde Schuit dat ze ook verkocht werden bij “monsieur” Barend de Lange in de Dubbeleworststeeg in Amsterdam.  Naast wederverkoper van Schuits gedroogde groenten was deze De Lange herbergier, want een jaar later adverteerde de Loppersumer zonnewijzermaker Lambertus Derks Kranenborg dat hij drie weken in Amsterdam zou verblijven en wel ten huize van Barend de Lange in de Dubbeleworststeeg “tegenover de Groninger Steiger”. Zo wordt dan duidelijk, dat De Lange een bijzondere band met Stad & Lande had. Je zou kunnen veronderstellen dat hij daar vandaan kwam, ware het niet dat hij in Alle Groningers schittert door afwezigheid, zoals trouwens alle herbergiers die hier nog ter sprake komen. De band was dus vooral een economische.

De Lange adverteerde nooit zelf in de Groninger Courant. Hij zat met zijn logement zo dichtbij de steiger waar de Groninger beurtschepen aanmeerden, dat daarvoor wellicht ook helemaal geen noodzaak bestond. Hij kwam vanzelf wel aan zijn Groninger klandizie. Dat gold niet voor enkele collegae, die wat centraler in Amsterdam zaten. Zo maakte Adam Scheepen, die in mei 1746 verhuisde van de Vergulde Granaatappel naar “de vanouds vermaarde herberg” De Zon op de Nieuwendijk dichtbij de Dam, aan “alle kooplieden en passagiers” bekend dat hij daar voorzien was “van magnifieke vertrekken”, die geschikt waren voor het houden van maaltijden, vergaderingen en concerten. Terwijl het kersverse echtpaar Camstrup-Spyker een jaar later berichtte, dat ‘t het “vanouds vermaarde logement Groningen en Ommelanden in de Warmoesstraat” ging voortzetten,

“…derhalven houden zy zig na oude gewoonte by de Groninger Heren en Kooplieden en andere Passagiers gerecommandeerd onder belofte dat een yeder na staat en waardigheyd voor een Civile prys zullen worde Gelogeert en Getracteert.”

Om terug te keren naar de Dubbeleworststeeg, die duikt in 1757 opnieuw op in de Groninger Courant. Ene Roelof Wiggerink maakte toen “alle Heren en Kooplieden” bekend dat hij per 1 mei zijn woning en logement verplaatste naar de Nieuwedijk, het zesde huis vanaf de Dam noordzijde. Voordien zat hij in de Friese Valk in de Dubbeleworststeeg, de herberg die mogelijk eerder van Barend de Lange was. Kennelijk wilde hij klanten meenemen. Zijn nieuwe bedrijf heette Het Wapen van Groningen en Ommelanden, mogelijk nam hij het uithangbord van het echtpaar Camstrup over. In elk geval verkocht hij, net als Barend de Lange ooit deed,

“…allerbeste Gedroogde en Ingelegde Groentens; als Roomse of Boere Boonen, Sny- en Sla- Boonen, Peulen, Dop-Ertjes, Bloemkool., Stoelen van Aartisjokken, Spinnasie, Zuuring, Seldery, Pietercely, Kervel, Appelen, Peeren, Moerelken, Roosebottels, Abrikoosen, Kruisbessen en Aalbesssen-Sop, &c. &c.”

In 1762 overleed Roelof Wiggering, maar zijn weduwe ging door met het Wapen van Groningen en Ommelanden aan de Nieuwedijk, zo adverteerde ze via de Groninger Courant aan “alle Heren en Kooplieden”. Intussen was logement de Friese Valk in de Dubbeleworststeeg, het derde huis vanaf het water, overgenomen door een Barend Koops. Maar weldra zouden de wed. Wiggering en Koops te maken krijgen met een hevige concurrentie, want in 1766 mikten ook Bernardus Cramer van De Stad Münster aan de Oude Brugsteeg (bij de Warmoesstraat) en Lucas Westerhof in de Oudezijdskapelsteeg, het zevende huis vanaf de Warmoesstraat, “daar Groningen en Ommelanden uithangt”, met hun advertenties op een Groninger publiek.

In het laatste geval zou hetzelfde uithangbord nogmaals binnen Amsterdam naar een meer noordelijk gelegen lokatie verhuisd kunnen zijn. Hoe het ook zij, uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat verschillende herbergiers met advertenties in de Groninger Courant hengelden naar cliëntèle uit noordelijke contreien. Ettelijke keren hadden ze een uithangbord waarop het wapen van Stad en Lande prijkte. De springplank voor hun horeca-carrière leek echter meermalen de Dubbeleworststeeg tegenover de steiger waar de Groninger beurtschepen twee maal ”s weeks aanlegden en afvoeren. De Groninger klanten daar namen ze maar wat graag mee naar hun nieuwe herbergen meer centraal in de stad.


One Comment on “De mooiste plekjes van Amsterdam”

  1. Dat van Lennep het alleen over Friezen heeft is de normale topografische gang van zaken. Groningen en Oost-Friesland, het ligt allemaal achter Friesland vanuit Holland gezien (en het is natuurlijk ook wel erg verwant allemaal).

    Pars pro toto en toto pro pars: Nederlands heet Duits in Engeland, Nederland heet Holland, Scandinaviërs noemen Duitsland Saksenland, Russen noemen heel Europa Duitsland, Fransen noemen Duitsland Allemannenland, Nederland is maar een stukje van de Nederlanden, die ooit bijna België geheten hadden.


Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.