Dominee van Tolbert nam Braziliaanse rariteiten mee

Geplaatst op 12 juli 2011  a

“Op ’t Request van Dnus Johannes Haselbeeck Pastoor in ’t Olbert, presenterende an de Provincie ten dienste van de Provinciale Academie verscheiden rariteiten, bij hem uit Brasijl mede gebracht te verhandelen.
    Hebben de Heren Staten van Stadt en Lande den Remonstrant gewesen aen d’Heren Curatoren deser Academie ten einde deselve geduirende dese Lantsdach met enige professoren sich des verstaende geconsuleert hebbende op derselver rapport sulx mach worden gedisponeert als men tot mieste lustre van d’Academie sal bevinden te behoiren.”

Aldus een broddelig geredigeerde resolutie van de Staten van Stad en Lande de dato 8 juni 1649. Dominee Haselbeeck van Tolbert had dus (opgezette) dieren, dierskeletten, schelpen, planten of wat dies meer zij meegenomen uit het toen nog Nederlandse Brazilië, en probeerde deze verzameling te slijten aan de Groninger Academie. Omdat de provincie Stad & Lande dit uiteindelijk zou moeten betalen, diende de predikant een verzoekschrift in bij de Staten van dit gewest. Helaas bleef de financiële administratie van de academie uit deze tijd niet bewaard en hoe dit is afgelopen, is dus onbekend.

Johannes Hasebeeck, auteur van een Metamorphosis Christiana (1633) was tot drie maal toe predikant van Tolbert: eerst van 1615 tot 1621, een tweede keer van 1638 tot 1641 en later nog eens van 1645 tot zijn dood in 1655. In de eerste tussenliggende periode stond hij eerst in Midsland op Terschelling en was hij vervolgens veldprediker geweest, zeg maar aalmoezenier in het leger. In de tweede tussenliggende periode vertoefde hij in het pas veroverde, maar weinig stabiele Brazilië.


2 reacties on “Dominee van Tolbert nam Braziliaanse rariteiten mee”

  1. aargh schreef:

    Geen reactie van de Groninger raad gevonden blijkbaar? Wat zou er van zijn verzameling zijn geworden vraag ik me dan af, zou er nog ergens op een zolder een stoffig apenskeletje of een mottige ocelot van de dominee liggen?

  2. Gelkinghe schreef:

    @aargh,
    De passage over het aanbod aan de Groninger raad heb ik geschrapt omdat ze berustte op een foutieve noot in Van Winters boek over de kamer Stad & Lande van de Westindische Compagnie.

    Best mogelijk dat ergens nog een apenskeletje ligt, maar de levensduur van mottige ocelotten schat ik niet zo hoog in bij het toenmalige gebrek aan bestrijdingsmiddelen.


Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.