Het raadsel Endelkoek

Geplaatst op 20 juli 2011  b

Nieuwe Tilburgsche Courant 5 juni 1887

Ik kwam vandaag een paar keer de term ‘endelkoek’ tegen, eerst in een Pijter en Jaapstukje van ca. 1820, later in een gedicht van ongeveer 1860, 1870 over een uitstapje naar Paterswolde. Duidelijk is uit de twee passages dat het als een lekkernij gold voor onderweg, maar ook om te eten met een slok brandewijn. Ik meen dat ik de term wel eens eerder ben tegengekomen, en dat hij me toen al intrigeerde wegens de connotatie met het laatste stuk darm.

Googelend op ‘endelkoek’ vind ik een handvol meldingen uit Groningen, Friesland en Drenthe:

  • In een verhaal van Jan Boer over de stoetvrouw in haar glorietijd, begin twintigste eeuw te Rottum (Gr.):
  • In een anekdote van Koos Dijksterhuis over hoe zijn ouders elkaar ontmoetten tijdens de oorlog in de binnenlanden van Friesland. Zijn (waarschijnlijk Groninger) vader gebruikte het woord in een spelletje. Citaat: “En toch was endelkoek ooit een lekkernij, geserveerd bij warme groc.”
  • In een beschrijving van de situatie in Assen anno 1867: Citaat: “…de beroemde endelkoek, die in geen enkel huisgezin een volslagen vreemdeling is”.
  • En in een roman van Elise van Calcar uit 1857. Citaat: “Zij was uit Groningerland geboortig en oordeelde dat het dan nog beter ware onder hare eigene landslieden ‘endelkoek’ te eten dan een overvloed van perziken te Port Natal.”

Het woord staat niet in het WNT en evenmin in een Groninger Encyclopedie. Qua krantenberichten vond ik nog enkele meldingen uit Tilburg, anno 1887, van iemand die daar aan de Willem II-straat Groninger bakprodukten verkocht (zie boven), en één uit Rotterdam 1906, opnieuw een advertentie, waarin gerept wordt van: “de echte Grongingsche endelkoek” (zie onder).

Geplaatst op 20 juli 2011

Rotterdamsch Nieuwsblad 3 november 1906

Duidelijk is dat het een vooral Groninger bakprodukt was, dat een zekere populariteit of in elk geval bekendheid genoot in de anderhalve eeuw voor de Tweede Wereldoorlog. Maar wat ik me er precies bij moet voorstellen? Inmiddels heb ik dè Groninger koekhistoricus aangeschreven, maar misschien kan iemand van de lezers hier er intussen meer over vertellen?

Update 21 juli:

Met dank aan Kor, Erik, en Otto die de goede richting aangaven: het is inderdaad kantkoek. In zijn Groningse Woordenboeken met edities uit 1929 en 1952 geeft Ter Laan het woord evenmin, een vrij zeker teken dat het toen al niet meer zovaak gebruikt werd, maar het staat wel in H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19de eeuw (Winsum 1887). Molema geeft daar als synoniemen kaantkouk en pondkouk: “Koek, die in Groningen gebakken en bij ’t gewicht verkocht wordt”. Opmerkelijk is, bij de ontstentenis in Ter Laans woordenboeken, dat Kocks Drentse Woordenboek (1996) het dan wel weer noemt, met een verwijzing naar Molema en een citaat uit Peize: “Vrouger kocht wai veur een dubbeldie endelkouk, en aj het op haren waj zat”.


 


7 reacties on “Het raadsel Endelkoek”

  1. kor feringa schreef:

    Uit de combinatie ‘snipper- en endelkoek’ valt mogelijk af te leiden dat hier ‘kantkoek’ wordt bedoeld, de afgesneden randen van alle soorten koek, maar eventueel ook zelfstandig gebakken met een eigen specifieke smaak.
    Ik haalde vroeger kantkoek bij bakkerij ‘Indië’ aan de Korreweg (tussen Rodeweg en Eerste Hunzestraat).

  2. Wieneke schreef:

    Ik had daarnet een geboren Winschoter aan de telefoon en heb het meteen even gevraagd. Hij had er nog nooit van gehoord. Maar het is geen snoeper, dus dat kan de verklaring zijn 🙂

    Wat zou het leuk zijn als je zoiets eens zou kunnen proeven, he?

  3. Ik dacht ook meteen aan kantkoek.

    Het was natuurlijk wel een restproduct, zodat het alleen voor de minder welgestelden – zoals scholieren als ik er een was – een traktatie was.

  4. Het Woordenboek der Nederlansche Taal kent het woord niet, maar geeft wel aan dat de stam endel- is gevormd naar anologie met middel-. Endelkoek is dus eindkoek.

    Kocks en Vording schrijven in het Woordenboek van de Drentse Dialecten uit 1996:
    endelkouk, de (Kop van Drenthe; Molema, Drentsch Woordenboek) = kantkoek. Vrouger kocht wai veur een dubbelie endelkouk, en aj het op haren waj zat (Peize).

  5. Gelkinghe schreef:

    Het is inderdaad kantkoek. Zie de update. Met dank!

  6. Je hebt het goedverstaan. WNT geeft:

    “Wrakke lat, beschadigde, onbruikbare lat; lat gemaakt van schaalhout. In Gron. ook minachtend voor kantkoek”.

    Vgl. ook de Friese sxfbkerlatte.

  7. JANdeWIT schreef:

    Hi Harry.

    Zie ook:
    Wie doet een antecedentenonderzoek naar de Groninger endelkoek?
    http://www.drasties.com/

    Groet JdeW.


Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.