De Onner Vogelweide

Na de Münsterse inval van 1672 lagen de moestuinen van het Burgerweeshuis buiten de zuidwal van de stad Groningen zo’n twee jaar lang braak. “De voorgeschr[even] Tuinlanden door den Vijandt geruïneert zijnde, hebben in ’t jaar 1673 voor vogelweide gelegen, alsoo van niemandt gebruickt zijn…”, lees je dan in de rekening van het weeshuis.

Volgens het WNT (I, II) staat dat ‘vogelweide’ voor onbebouwd, braakliggend, verwaarloosd en verwilderd land vol onkruid. Ik krijg er persoonlijk warme associaties bij van welig tierende  fladderaars en fluiters, maar voor degenen die de term bezigden hield hij weinig positiefs in. Het land rendeerde immers niet.

Wat ik me afvroeg, is of de term ook nog tot toponiem promoveerde. Het antwoord is ja, want  voor de oorlog bestond er een Vogelweide in Onnen, zoals blijkt uit een stuk of wat advertenties in het Nieuwsblad van het Noorden:

  • Bij een verpachting in 1913 gaat het om weiland bij het Biksland, waar het mee verbonden kan zijn, terwijl het ook los verhuurd kan worden.
  • Bij een veiling 1927 betreft het groenland naast het Biksland, tussen (het meertje) De Biks en de Noorder Zanddijk, waarmee de Noorderhooidijk bedoeld zal zijn. Groot is het niet, slechts 15.70 are.
  • En bij verhuringen in 1929, 1930 en 1936 kwam steeds een mat (perceel) Nijstuk aan de Biks onder de hamer met daaraan verbonden Vogelweide. Samen ging het om 60 are.

De veldnaam Vogelweide werd dus gebezigd ter aanduiding van kleine percelen tussen de Biks en de Noorderhooidijk, die verbonden konden zijn aan andere percelen als een Nijstuk of het Biksland. Door dat verbonden zijn krijg je de indruk dat het gaat om recent op de Biks gewonnen land, waarschijnlijk voormalig rietland. Op de foto hierboven noteerde ik de namen.

Vogelweide kwam ik in Onnen niet eerder als toponiem tegen. Op de veldnamenkaart die G. Smit in 1973 voor Driemaandelijkse Bladen tekende, ontbreekt de naam. Ik vermoed dat die bij het toenmalige veldonderzoek niet naar voren kwam. Waarschijnlijk raakte ze tussen ca. 1940 en ca. 1970 in vergetelheid juist door de verbinding met de stukken land, die eerder op de Biks waren veroverd.

Naschrift 25 april 2012:

De veldnamenonderzoeker Wieringa liet in het Groninger gedeelte van zijn verzameling geen kaart na van dit gebied onder Onnen. Gezien het feit dat Driemaandelijkse Bladen een uitgave was van het Nedersaksisch Instituut, zal Smit in 1973 ook Wieringa geraadpleegd hebben. Wel zit er bij het nagelaten materiaal van Wieringa een alfabetische lijst, waarop Vogelweide als veldnaam staat, met een verwijzing naar Jan Naarding. Die schreef inderdaad een artikel over de veldnamen van Onnen (1953), maar daarin staat nou juist niet de naam Vogelweide. In het andere materiaal van Wieringa schittert de naam Vogelweide onder Onnen door afwezigheid. Kennelijk noteerde Wieringa de naam niet uit de mond van de door hem geraadpleegde lokale zegslui, en viel de naam hem ook niet op in contemporaine vastgoedadvertenties. Mijn conclusie blijft daarom, dat de naam in vegetelheid is geraakt door het in cultuur brengen van het land, waarbij dat werd samengevoegd met stukken die eerder ontgonnen werden.



Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.