Meester Stijl en de voorleeskunst
Geplaatst op: 10 november 2012 Hoort bij: Geschiedenis, Taal 2 reactiesDe uit Middelbert afkomstige Klaas Geerts Stijl was zo’n twintig jaar lang de kundige en geliefde schoolmeester-organist van het Oldambtster kerspel Midwolda, toen hij daar op 10 mei 1774 stierf aan een “uitterende ziekte”. Vlak voor zijn dood voltooide hij er nog een taalkundig werkje, bedoeld voor schooljeugd en collega-onderwijzers. Een naburige predikant met wie hij bevriend was, Lambertus van Bolhuis (Oostwold), zou dat werkje naderhand uitgeven. Het haalde drie drukken en bevat onder meer een verhandelingetje over de leeskunst, waarmee Stijl eigenlijk de voorleeskunst bedoelde:
Het oogmerk der Schrijftale is, dat ze gelezen worde. Tot ene goede opzegging of hoorbare Lezing wordt vereischt:
1) dat men de gestelde bewoording met ene klare en duidelijke stemme en uitsprake vaardig, net, zo als er staat, uitbrenge. Het tegendeel is valsch lezen.
2) dat men, naar vereisch van de zintekenen der perioden (leestekens, red.) behoorlijk scheide en ruste. Het tegendeel heet rabbelen.
3) dat men niet alleen aan de grepen, maar ook aan de woorden en zaken, door den nadruk der uitsprake hier en ginds, naar vereisch, behoorlijken klem geve. Het tegendeel noemt men stijf lezen.
4) En dat men naar de voorkomende stoffe en stijl, door ene eenvoudige, natuurlijke, of eigenaartige, stemleidinge de zaken en gemoedsbewegingen als naar het leven uitbeelde. Dit is duidelijk en aandoenlijk voor den Toehoorder. Dit is het toppunt der Leeskonste; doch iedereen heeft die gave niet, en is ook voor zulk onderwijs niet vatbaar. Zulk een houde er zich dan ook van af – de minste gemaaktheid is hier aanstotelijk.
Klaas Stijl, Beknopte aanleiding tot de kennis der spelling, spraakdelen en zintekenen van de Nederduitsche taal, ten dienste van mingevorderden (Groningen 17873) pag. 150-152.

Werden er geen wedstrijden in voorlezen gehouden? Of was dat meer iets voor de 19e eeuw?
Dat laatste, denk ik.