‘Reise Pas voor een Dorstigen Broeder’

Een pseudo-oorkonde of -bedelpas uit 1766, waarschijnlijk opgesteld door enkele alcoholminnende studenten.

Ik Jeremias Just van Noytnugteren, Generaal Gouverneur van zijne hoog vorstelijke Doorlugtigheid Bachi, Groot Canzelaer van ’t Bredspil, Vrijheer tot Bierau, Directeur van de lange pijpen en Virginij Taback, ter tijd bestelde Aerts Sluijkmeester in Wijnheim, Baron van Werp- en Kaertenbort, Erfheer in Brandewijnhuisen, Raddick Opper-Opsiender te Zoutenborgh &c. &c.

Bekenne en oirkonde hiermede tegens iedereen dat toonder dezes, de dappre Hans Altoosdorstig van geboorte uit Brandewijnhuisen bij Nooitnugteren onder mijne onderhebbende dorstige Broeder Broederschap, als een goede opregte suijpbroeder 15 jaeren in een winter, 20 maenden in een somer, 124 uiren in een dag en 160 minuten in een uur getrouw en vlijtig heeft uitgehouden en in die tijd bij alle swaere kroegen, volle glasen, en opgevulde kannen gedaene dienste seer wel versien., zoodat ik en mijne geheele Broederschap met hem seer wel tevreeden zijn geweest en hem wegens zijnen goeden gedaene diensten graag langer hebben willen houden, maer terwijl hij met een onheelsaeme siekte in de sack en daerbij bevindelijke teering en maagenkoors is overvallen geworden, ook weegens altevroegtijdig afstervende kragte van credit zijne dienste niet meer kan voorstaen, zoodat niets meer bij hem overblijft, en dieshalven al zijn geld en goed heeft verlooren, nademael zulke siekte bij hem tot hier toe niet heeft kunnen worden gecureert, als heeft hij uit dien hoofde zijne demissie om aen vreemde plaatsen een been aentebinden verzogt, ’t welk men hem niet afslaegen maer veel meer verleenen willen.

Zoo gaat an alle hoge en nedrige van wat staat en conditie zij zijn van mij en onsen dorstige Broederschap en consorten van de werelt genoemden Hans Altoosdorstig bij bier en brandewijn alle goede genegentheid te toonen en als hij mogte in de mist of geut zijn gevallen behulpsaeme hand te bieden, ook in alle herbergen en gasthoven, als ook bij goede maaltijden vrij en onverhindert pass- en repasseeren te laaten, ’t welk ik altoos en aen mijn plaats tegens eenen ieder dorstigen Broeder naer standsbehoor te verschulden gehouden ben.

Tot naerder verzeekeringe hebbe ik deesen eigenhandig ondergeschreven en mijn angebooren zeegul daer onder gedruckt. Geschied in onze residentie te Zwijn-Egelsborg den 9 Feb. 1766.

Pond Braedworst
Jeremias Just Nooitnugteren Gen. Gouverneur
Bartelt Suijpuit bestelde secret[aris]

Bron: Archief familie Meekhoff Doornbosch (het inv.nr. dat ik in de jaren ‘80 op mijn fotocopie van dit stuk noteerde, komt niet meer voor in de huidige toegang).



Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.