Wat leest de boer en wat zit er in zijn flesje?
Geplaatst op: 3 juni 2014 Hoort bij: Geschiedenis, Kunsten 14 reactiesIn ruim een jaar tijd heeft RM Prenten, het Twitter-account van het Rijksprentenkabinet oftewel de prentenafdeling van het Rijksmuseum, slechts 18 volgers verworven. Veel te weinig voor de juweeltjes waarop het account ons attendeert, maar ook begrijpelijk gezien het feit dat RM Prenten het sociale medium vrijwel uitsluitend als een zender opvat.
Zo had RM prenten onlangs dit juweeltje in de aanbieding van een lezer op leeftijd, die ingespannen tuurt op een vel papier in zijn linkerhand, terwijl hij in zijn rechterhand een vierkant flesje halfvol vocht vasthoudt::

Volgens RM Prenten maakte Cornelis Dusart (1660-1704) deze prent die als titel kreeg: ‘Brieflezende boer’. Dat blijkt conform de opgave van het Rijksmuseum, dat de voorstelling dateert op de periode 1679-1704.
Op mijn tweet dat de uitgebeelde senior geen brief leest, maar drukwerk, namelijk de bijsluiter bij dat flesje met medicinaal drankje, vermoedelijk Haarlemmer olie, gaf RM Prenten helaas geen sjoege. Het is natuurlijk ook maar een kreet van iemand, zo op Twitter, waarom zou je daar op reageren?
De kwestie liet mij echter niet los, ik keek eens in mijn documentatiemapjes en vond inderdaad enig materiaal dat mijn getweete stelling adstrueerde, maar toch ook nuanceerde.
Allereerst het flesje in ’s mans rechterhand. Het is niet rond maar rechthoekig en heeft een hals die smaller is dan de schouders. Een soortgelijk flesje zien we op een tekening van een straatventer, toegeschreven aan dezelfde Cornelis Dusart die bovenstaande prent maakte, welke tekening berust in het British Museum:

Mij zijn geen voorbeelden bekend van het venten met alcoholica. Op alcohol wilde de overheid – vooral ook om fiscale motieven – een strakke greep houden en daar paste ambulante handel niet zo bij. Venters die medicijnen aan de man brachten, vormden daarentegen een bekend verschijnsel. Vooral ging het om Haarlemmer olie, dat immers overal tegen hielp. Zo ventte ene Harmen Simons (69) in 1771 vanuit de stad Groningen met Haarlemmer en andere oliën en medicijnen in het noorden van Drenthe, waar hij Zuidlaren, Annen, Gieten, Bonnen en Eext aandeed. Onderweg logeerde hij in herbergen.
Dat het flesje op de prent van de lezende boer een medicijnflesje is, staat voor mij vast, temeer daar het om een oude man gaat. Het flesje zit ook niet voor niets in zijn rechterhand, de belangrijkste in een tijd dat linkshandig schrijven je met de plak afgeleerd werd en je met je rechterhand nog dure eden zwoer. Al gaat de aandacht op de prent primair uit naar het vel papier, dat flesje staat niet voor niets centraal in de voorstelling.
Ik meen dus dat er een medicinaal drankje in dat flesje zit. Maar of dat Haarlemmer olie is, ben ik gaan betwijfelen. Want Haarlemmerolieflesjes hadden nauwelijks schouders – die leken nog het meest op reageerbuizen, getuige enkele plaatjes, ooit van Marktplaats geplukt:

Uiteraard zal het wat jongere exemplaren betreffen, maar deze vorm hebben de Haarlemmerolieflesjes zeer lang gehad. Alleen weet ik niet wanneer die vorm werd ingevoerd, het kan best zijn dat Haarlemmer olie in de jaren na haar introductie (1696) eerst nog in geschouderde flesjes zat.
Dat de man op de prent naar een bijsluiter tuurt, daar blijf ik ook bij. Het is in elk geval drukwerk en geen handgeschreven brief. De tweekoloms opmaak wijst op drukwerk, het beeldmerk midden boven in de kop doet dat evenzo. Zonder dat medicijnflesje zou je kunnen denken dat het om een krant ging. Maar ook bijsluiters die betoogden dat het middel onder goddelijke zegen werkte en dat men zich moest hoeden voor imitaties, kenden een dergelijke opmaak. Zo zag, anno 1791, de bijsluiter van de Haarlemmer olie er uit:

Medio jaren tachtig vond ik deze in het Drents archief, maar helaas ben ik het mapje met de bijbehorende, papieren notities momenteel even kwijt. In elk geval betrof het een casus van merkvervalsing te Meppel, dat weet ik nog wel. De fabrikant van de Haarlemmer olie riep de hulp in van de Drentse of de Meppeler overheid, om dit ook elders veel voorkomende euvel te beteugelen.

Mijn grootste verwarring aangaande de zeer zeker interessante informatie rond dit onderwerp blijft helaas maar irritant haken bij de vermelding dat het flesje in ’s mans linker- dan wel rechterhand zichtbaar is.
Die ene keer dat het (door vermoeidheid) fout ging, is die fout rechtgezet. Met dank!
Even afgezien van de links-rechts verwarring heb je dit weer fraai uiteen gerafeld.
Het is maar net hoe je het bekijkt. Wou ik nog even kwijt.
Op de foto hierboven lijkt zoals ik het bekijk, dat de knopen van de man zijn kiel op de vrouwen sluiting zitten : rechts over links.
Flip je de foto tot spiegelbeeld, dan zit de sluiting goed, en heeft de man het papier in rechter hand, flesje in linker, wat mij eigenlijk meer natuurlijk lijkt.
De pijp ligt dan ook naast zijn rechterhand.
Maar ik ben geen pijproker, dus weet niet of dat van betekenis is..
Scherpzinnig! Maar ik weet niet of er rond 1700 al een vrouwensluiting was.
Knopen aan linker of rechterkant zijn blijkbaar begonnen rond de tijd van de eerste naaimachine +/- 1860.
Dus daar zit hij wel goed mee….
Het flesje in de rechterhand is logischer. Hij pakt daarmee het flesje voor een slok, maar wil op het laatste moment nog even lezen wat de bijsluiter daarover zegt. Die pakt hij natuurlijk met zijn linkerhand.
Harmien, compliment voor opmerkingsgave aangaande knoperij!
Groninganus, een vermoeid momentje is menselijk.
Wel grappig dat dit tot de m.i. interessante discussie leidt aangaande afbeelding ja dan nee in spiegelbeeld.
Harmien, naaimachine-informatie geloof ik meteen. Alleen, wijst de geschiedenis vaak niet uit dat veel verschijnselen reeds bekend waren en gebruikt werden voor het algemeen gebruiksgoed werd? Ik denk bijvoorbeeld aan taalgebruik en de ‘officiële’ vastlegging ervan in Van Dale.
En, aangaande links- of rechtspijprokenden: gezien, inderdaad, als Groninganus eerder aangeeft, met ‘de plak’ in het achterhoofd ook een niet onbelangrijk aspect, wellicht.
(… Indien Cornelis Dusart had kunnen vermoeden dat anno 2014 mensen met een gereedschap als deze vanaf afstand met elkaar over zijn prent zouden nadenken …)
Ja, precies. Dat ik b.v. het word ‘ex-genoot’, een vrij voordehandliggende benaming, nog nooit eerder ben tegen gekomen, wil niet zeggen dat ik de (enige) uitvinder ben…… 🙂
Ook bestaat de mogelijkheid dat de boer een ‘krijgertje’ draagt. Immers, op zijn broek zijn ook verstellingen op de knie zichtbaar.
Andere optie: er bestonden ongetwijfeld ook mensen die niet op de hoogte waren met knoperij links-over-rechts dan wel rechts-over-links.
Is de man wel ‘boer’?
Ook heel goede vraag.
Mensen die werk doen op hun knieen zoals stratenmakers, groentekwekers etc. hebben toch vast grotere inzetjes. Hmmm… schoenlapper misschien?
Ik heb jarenlang pijpt gerookt met mijn linkerhand, ofschoon ik rechtshandig ben.
Een soortgelijke fles is de zogenaamde Gluckerflasche of Kuttrolf. Zo´n jeneverfles ontstond door direct nadat de fles geblazen was aan de blaaspijp te zuigen. Dan ontstond het effect zoals de Clarijn jeneverfles. De flesjes van vroeger waren kleiner en hadden geen drie kanten zoals het medicijnflesje, maar vier kanten. Op een schilderij van Jan Steen is zo´n flesje te zien bij het snijden van de kei. Dan heeft de patient zich moed ingedronken. Zie het boek: In glas verpakt door Johan Soetens. Ik heb zelf zo´n flesje, vandaar dat ik het een keer opgezocht heb.