‘Wi zitten hier an ’t voutenende’
Geplaatst op: 19 oktober 2014 Hoort bij: Het Noorden 2 reacties“In de twintiger jaren reisde ik vaak van Amsterdam naar de woonplaats van mijn ouders (in het Noorden, HP). En voorwaar, over de Zwolse perrons hing duidelijk….. het gordijn (van kranten waarmee het Noorden dichtgeplakt was, HP).
Men stapte daar over voor de richting Leeuwarden en Groningen. Wij sjokten naar het slecht verlichte, gure, open tweede perron en hesen ons met onze zware koffers met moeite de hoogte in; één opstap, nog een en hoep, daar waren we dan in onze coupé. Eigenlijk een veel te wijdse naam voor die vaak smerige en vunze wagenhokken, die wel zeer ongunstig afstaken bij de voor die tijd reeds weelderige rijtuigen, die we juist verlaten hadden, en die vóór het gordijn bleven staan.
Zo sukkelden we dan noordwaarts. Ja, het was sukkelen, want de railstukken op die trajecten waren korter, met het gevolg, dat de gang van de toch al slecht verende wagons schokkend en onpleizierig was. Afdankertjes, restanten! De resten van die restanten werden op de zijlijntjes gebruikt van Groningen naar Winschoten b.v., een binare tragedie van vervoersellende.
Is het dan niet verklaarbaar, dat de ‘noordeling’ zich wel eens achteruitgezet gevoelde en zijn houding ten opzichte van het andersoortige daardoor soms bepaald werd?
En is het wonder, dat men in die jaren sprak van: ‘Wi zitten hier an ’t voutenende’. Een gezegde, dat met een zekere berusting werd geuit…”
Bron: Johan Koch, ‘Van gene zijde van het krantengordijn’, Neerlandia LXI (1962) 57, 58.

Maar de koffie op het station was onvergelijkbaar lekker, of was dat in die tijd ook al voorbij? Reina
Sorry, mijn toetsenbord reageert traag, hierboven bedoelde ik het station van Meppel en dan wel die beroemde rennende kelners met hun koffiekar of -tank. Reina.