Hoe een referendum in Nuis mislukte
Geplaatst op: 11 december 2014 Hoort bij: Geschiedenis 2 reactiesMedeburgers!
Wij Onderschrevene Leden van den Kerkenraad te Nuis hebben ingevolge Uwe Publicatie van den 31 Julius 1797 de Grondvergadering geregeld, de tijd en plaats der bijeenkomst bestemd, en behoorlijk aan de apparente stemgerechtigden doen aanzeggen, doch is behalven de Kerkenraad niemand verschenen dan één stemgerechtigde, welke betuigden zich bezwaard te vinden het ontwerp van Constitutie voor het Bataafsche Volk met ja of neen te beantwoorden, als niet genoegzaam daar omtrent verlicht zijnde.
H. Pelinck, predikant te Nuis en Niebert
Gegeven te Nuis den 8 August: 1797
H. Wisses, ouderl. te Nuis
Wisse Halbes, Diaken te Nuis
Bij het nationale referendum van 8 augustus 1797 kwam in Nuis dus zegge en schrijve één stemgerechtigde opdagen, die ook nog niet ja of nee had willen zeggen. Het was nogal een treurige uitkomst, die de voorzitter van de stemopnemers, ds. Pelinck, aan het provinciebestuur moest communiceren.
Bij dat referendum werd een eerste ontwerp-constitutie voor de Bataafse Republiek aan de stemgerechtigden in de grondvergaderingen voorgelegd. Dit ontwerp, bijgenaamd ‘het dikke boek’, was een moeizaam compromis, waarbij federalistische uitgangspunten de doorslag hadden gegeven, hoewel er op het punt van de ineensmelting der nationale schulden een concessie was gedaan aan de aanhangers van een eenheidsstaat.
Ondanks de kersverse scheiding van kerk en staat werd dit referendum in Groningerland op lokaal niveau meestal georganiseerd door de gereformeerde kerkeraden. Dit orgaan stond in de kerkelijke gemeente Nuis en Niebert onder voorzitterschap van de lokale predikant ds. Pelinck, zelf geen patriot of aanhanger van de nieuwe, patriotse orde. Hij stond namelijk niet op de lijst van stemgerechtigden, maar dat waren in Nuis en Niebert ook slechts vijf mannen, waarvan er vier behoorden tot één enkel gezin, te weten de dikke boer Halbe Wisses en diens zoons Wisse, Alle en Mense Halbes, waarvan er twee zich naderhand Offringa gingen noemen.
Er waren dus slechts twee huishoudens potentieel vertegenwoordigd in de grondvergadering van Nuis en Niebert. Als je nagaat dat Nuis en Niebert in 1795 samen 433 inwoners telden, wat zal neerkomen op een honderdtal huishoudens, dan viel de hang naar politieke medezeggenschap hier nogal tegen. Waarschijnlijk domineerde het orangisme in deze omgeving enorm.
Overigens zaten Halbe Wisses en zijn zoon Wisse Halbes ook in de kerkeraad – als ouderling respectievelijk diaken tekenden ze immers bovenstaand epistel van ds. Pelinck aan het provinciebestuur.
—
Bronnen: RHC Groninger Archieven, (het briefje) Toegang 1 (archief Staten van Stad en Lande) inv.nr. 877; (en het register van stemgerechtigde burgers) Toegang 2 (archief Ommelander Staten) inv.nr. 1040.

Het is me niet helemaal duidelijk: waren er maar twee families vermogend genoeg in Nuis om stemrecht te hebben, of waren er andere criteria om stemgerechtigd te worden, zoals een vrijwillige registratie of zo.
Er was geen vermogenscriterium of census. Het stemrecht stond in principe open voor alle meerderjarige mannen (vanaf 25 jaar) die de burgereed (o.m. afkeer van het stadhouderschap) aflegden. In Nuis en Niebert zullen dat minstens honderd mannen geweest zijn.