Hoedekast, een intrigerende veldnaam

Zwarte driekante steek of tricorne. Museum Rotterdam.

Zwarte driekante steek of tricorne. Museum Rotterdam.

Begin 1785 speelde een proces over de Hoedekast: vijf grazen hooiland onder Lettelbert. Ik was eigenlijk niet op zoek naar veldnamen in het civiele prothocol van Vredewold, maar aan zo’n toponiem blijft mijn oog wel haken. Dat komt ook doordat het inconsistent lijkt: een kast staat immers rechtop, terwijl hooiland plat ligt. Dat maakt dan nieuwsgierig: hoe komen ze op zo’n naam?

Beetje googelen op Hoedekast levert meteen al het resultaat dat de eigenaren van de Hoedekast onder Lettelbert, de erven Van Ewsum, nog wel vier jaar hebben geprocedeerd tegen de huurder van dit hooiland, die in Romen onder Roden woonde.

En, verrassing: ik blijk niet de eerste die nieuwsgierig is naar de naam. De veldnamenonderzoeker Wieringa schreef er een artikel over in de Driemaandelijkse Bladen van 1976, aflevering 1. Dat heb ik maar eens rap geraadpleegd. Wieringa kwam de opvallende naam maar liefst vijf maal tegen: op de Zeyer es, op de Peizer Middelhorst, op de Glimmermade, in de Onnerpolder en ook bij Lettelbert aan het Leekstermeer, waarmee ik dan meteen een nadere plaatsbepaling van ‘mijn’ Hoedekast heb. Een Hoedekast onder Lieveren had Wieringa dan nog gemist, maar dat vergeef ik hem graag.

Want hij geeft ook nog eens een alleszins geloofwaardige verklaring voor de naam. Hem viel ten eerste de eendere vorm van alle percelen op: ze waren driehoekig. In het WNT vond hij de betekenis van hoedekas (zonder t, van het Franse cas) als beschermend foedraal voor een hoed. Het WNT verwijst naar een publicatie over Zaanse volkstaal, dat de hoed nader preciseert als een steek. De driehoekige stukken grond werden her en der dus Hoedekas genoemd, omdat hun vorm de naamgevers deed denken aan die van een foedraal voor een driekantige steek.

Wieringa verzamelde zijn veldnamen in de jaren 60 en 70 door lokale zegslieden ernaar te vragen, en in zijn artikel ontbreekt de historische dimensie. De driekante steek of tricorne was als manshoed zo tussen 1690 en 1770 in de mode. In die periode moeten de driehoekige lapjes grond de naam Hoedekas hebben gekregen. Het gaat dus niet om oud cultuurland, maar om grond die destijds in gebruik kwam en toen pas een naam kreeg.

Overigens kwam Wieringa ook nog latere verbasteringen tegen. Omdat hoed in de streektaal houd is, ontwikkelde zich wel de veldnaam Houtkast uit Hoedekas. Liggen misverstand, onbegrip en verkeerde conclusies hier al op de loer, een andere vervorming geeft daar helemaal aanleiding toe, te weten: Hoerekast.


2 reacties on “Hoedekast, een intrigerende veldnaam”

  1. Jan de Jong schreef:

    Aaltied weer mooi om te lezen Harry.
    Biezunder en zeker intrigerend.

  2. Siebrand Homan schreef:

    Van Jan Cazemier te Lettelbert vernam ik destijds naar een vraag dienaangaande n.a.v. een advertentie in de Leekster Courant dat de hoedekasten tussen het fietspad en het Leekstermeer liggen en vlakbij het Lettelberterdiep. Inderdaad een min of meer 3-hoekig stukje land/riet.
    Proficiat voor de uitleg!
    Siebrand Homan


Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.