Een tochtje door het Stripmuseum

Je hebt musea waar de vaste opstelling minstens de helft van het vloeroppervlak inneemt. En je hebt musea waar de tentoonstellingen juist veel belangrijker zijn, qua ingenomen ruimte. Het Stripmuseum in Groningen is duidelijk van de laatste categorie.

Eerst ga je met zevenmijlslaarzen door de algemene stripgeschiedenis. Je komt voorbij een grottekening, kerkramen en centsprenten. Ook dit vooroorlogse boekje behoort bij dat deel van het museum:
2015-03-07 009
En deze wand vol met Stripschriften:
2015-03-07 013
De eerste tentoonstellingsruimte heet naar Marten Toonder. Diens portret door Jan Kruis (ca. 1995):
2015-03-07 015
Eerlijk gezegd taal ik al decennia niet meer naar strips. De laatste die ik tot mij nam, stonden begin jaren 80 in de Mad of in de Fabulous Furry Freak Brothers. Maar nu is er in het Stripmuseum een expositie over de Pep, een stripblad dat ik jarenlang zeer intensief las:
2015-03-07 020
Dit was zo’n beetje mijn Pep-periode, met Agent 327:
2015-03-07 021 was 29
Bezit nog steeds een ingebonden halve jaargang uit 1969, met onder meer Asterix, de Argonautjes, Toenga, Blueberry, Lucky Luke en Flippie Flink. En dan ook nog gewone verhalen met illustraties van Hans Kresse. Al herinnerde ik me deze van Vidocq niet:
2015-03-07 022
Voorbij de Pep een vitrine met smurfenmerchandise:
2015-03-07 048
Sigmund hield net zijn spreekuur voor gezinnen:
2015-03-07 049
Het fenomeen strip zal me nooit meer zo boeien als weleer, vrees ik. Toch raakte ik aan het eind van de museumtocht wel weer gefascineerd, waar je in de loopgraven belandt met werk van de een groep jonge kunstenaars, de Smilingpoliticians, over de Eerste Wereldoorlog:
2015-03-07 054

2015-03-07 055

2015-03-07 060

2015-03-07 064



Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.