Nog een smokkelaar
Geplaatst op: 16 april 2015 Hoort bij: Familie Een reactie plaatsenDit is dan de vierde smokkelaar in mijn familie. Een naamgenoot ook nog.
Op 8 december 1916, midden in de Eerste Wereldoorlog, stonden Harm Perton (40) en de twaalf jaar jongere Derk Kuiper voor de rechter in Winschoten. Beide waren ze arbeider en woonachtig in Veelerveen. Nog geen anderhalve maand eerder, op 25 oktober, waren ze Harm en Derk ’s avonds na zonsondergang op verboden terrein gesnapt, namelijk vlakbij de Duitse grens onder de gemeente Bellingwolde. Ze voerden vijf levende schapen met zich mee in de richting van die grens, zonder te beschikken over de papieren, vereist voor zulk vervoer. Beide werden ze daarom aangehouden door soldaten, waarvan en eentje buitengewoon commies was. Die nam de schapen in beslag.
De rechter verklaarde Harm Perton en zijn kameraad schuldig aan:
” In het door de Koningin aangewezen gedeelte van het grondgebied des Rijks goederen vervoeren in andere dan binnenwaartsche richting, zonder dat dit geschiedt met geldige tot uit- of doorvoer en zonder dat het gedekt is doort binnenlandsche paspoorten.”
Harm en Derk kregen elk een boete van 50 gulden opgelegd. Betaalden ze die niet dan volgde honderd dagen hechtenis. Ook verklaarde de rechter hun vijf schapen voor verbeurd. Dat moet dus best een strop geweest zijn.
—
Bron: RHC Groninger Archieven, Toegang 882 (rechtbank Winschoten) inv.nr. 532, rolnummer 702 d.d. 8 december 1916. Wederom met dank aan Jan-Paul Wortelboer voor het attenderen!
Commentaar: Terwijl zijn verre achterneef zich nog onledig hield met smokkel, werd mijn gelijknamige grootvader als soldaat juist commies. In de Eerste Wereldoorlog was smokkel extra lucratief doordat er in Duitsland al gauw grote schaarste aan allerlei levensbenodigdheden ontstond, zodat die hoge prijzen op de zwarte markt deden, terwijl in Nederland juist allerlei maximum-prijzen golden, o.a. voor vlees.

Recente reacties