Ongehoord geval van twee zwaluwen en een mus
Geplaatst op: 28 mei 2015 Hoort bij: Stad toen Een reactie plaatsen“Nog ter school gaande, hadden wij onzen weg doorgaans over het Martini-Kerkhof alhier. Als wij nu eens op zekeren dag hierlangs passeerden, trok het getjilp van een mannetjes muschje mijne aandagt tot zich. Aanstonds zag ik nieuwsgierig naar de plaats, vanwaar ik dagt dit geluid te horen en zag het diertje in de grootste vreugde zitten in een nest, ’t welk door zwaluwen aan de vensters der kerk gebouwd was, en ’t welk het scheen ingenomen te hebben, om het voor zich te behouden.
Dan deze vreugde duurde niet lang, maar had weldra voor het arme diertje de treurigste gevolgen. De zwaluwen, aan wien het nestje toebehoorde, en die waarschijnlijk uitgevlogen waren om eenig voedzel of iets anders op te sporen, keerden weder en vonden dezen vreemden gast in hunne wooning. Aanstonds ontstond er een hevige twist in het nest, en het muschje moest de vlugt nemen, doch wierd terstond door een der zwaluwen vervolgd, terwijl intusschen de andere zwaluw naar den grond vloog en iets, hetgeen mij een draad garen geleek, opraapte, en daarmede naar het nest terug keerde: het duurde niet lang, of ik zag de vervolgde musch, nog steeds door de zwaluw agtervolgd, over een daar tegenover staand huis ook terug keren, en, tot zijn ongeluk, in het reeds gemeld nestje vliegen. Hierop hoorde ik weder een hevigen twist in het nestje, welke egter eensklaps door eene diepe stilte wierd afgebroken.
Dan hoe verbaasd stond ik te kijken, toen ik de musch, die uit het nest wilde vliegen, terstond met gemelden draad garen om den hals zag hangen, even als iemand, die geëxecuteerd wierd; in welke houding hij, na eenige beweging gemaakt te hebben, stierf, en er een langen tijd daarna heeft gehangen.”
Bron: Vaderlandsche Letteroefeningen 1805, pag. 701 (correspondentie via apotheker Tieboel uit Groningen).

Recente reacties