Johan Winkler over het Stad-Gronings (1874)

“…hoewel de invloed van ’t nederlandsch (nog meer dan van ’t hollandsch) op den tongval der groninger ingezetenen, vooral der meer aanzienlijken, wel degelijk aan te wijzen is en in den laatsten tijd ook zeer toeneemt, zoo spreekt toch nog ieder echte Groninger, vooral onder de zijnen en in zijn eigen woonplaats, steeds goed groningersch. Alle slechte eigenschappen van de groningerlandsche tongvallen treden bij het stad-groningersch, zoo als het door de leden der kleine burgerij en van den geringen stand te Groningen wordt gesproken, dan ook sterk op den voorgrond. De dwaze uitspraak der t als d, der v als b, der s als z, der f als v enz., eveneens als het schreeuwen en als het in ’t oog loopend laten werken van alle spraakorganen, is bij de echte Groningers in de stad ook sterk in zwang.”

Bron: Johan Winkler, Algemeen Nederduitsch en Fries Dialecticon I (Den Haag 1874) 415.



Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.