Bijnamen te Roden
Geplaatst op: 13 juli 2015 Hoort bij: Taal 1 reactieEr is een fantastische lijst van bijnamen te Roden. Ze staat op een krantenpagina uit 1994 die onlangs als foto op het web is gezet.
Het is ook puur een lijst en niet meer dan dat. Dat wil zeggen: er is geen poging gedaan om de bijnamen te verklaren, dateren en rubriceren, wat misschien ook wel onmogelijk was wegens privacygevoeligheid, naast de vele krantenpagina’s die een dergelijke uitbreiding zou hebben gekost.
Op de lijst vind je zeker mooie oude aanduidingen als:
Proekselnust – iemand wier erf een modderbende was (raad ik);
en
de Ramplesand – naar remplaçant, iemand die voor geld iemand anders zijn militaire dienstplicht vervulde, een plaatsvervanging waar het systeem tot de Eerste Wereldoorlog in voorzag.
Maar nog veel opvallender vind ik tamelijk recente aanduidingen als:
Fop I. Brouwer – naar de bioloog uit Haren die met zijn krantenstukjes en radiopraatjes een ongekende popularisator van de natuur was. Waarschijnlijk was de Roder Fop I. een persoon die allerlei biologische wijsheden zat te debiteren?
De Bamiboys – bami vond in Roden op zijn vroegst ingang in de jaren 60.
Willy Wortel – naar de uitvinder en stripfiguur van de Walt Disney studio’s.
Pipo – naar de TV-clown waar de kindertjes in de jaren 60 allemaal naar keken.
Stiefbeen – naar een andere TV-figuur uit die tijd die in tweede hands goederen deed.
Niki Lauda – naar de verbrande autocoureur, die wonder boven wonder een verschrikkelijke crash overleefde.
Verder zijn er door alle tijden heen politici in Roden vernoemd. Overzien we het lijstje, dan blijken de radicalen en belligerenten onder hen een vrij wat grotere kans te maken op deze eer, dan apaiserende middenfiguren:
De karakters kan je er bijna bij uittekenen. Iemand als Chamberleen bijvoorbeeld, probeerde voortdurend de verhitte gemoederen om hem heen te sussen (raad ik).

Beste Groninganus, het Bamiboys zal slaan op het afhalen van maaltijden bij de “Chinees”, die waarschijnlijk in de jaren 60 een zaak opende in Roden. Het ” Indisch” koken in huishoudens vond echter al in de jaren 50 op beperkte schaal plaats, namelijk in de gezinnen van de uit Indonesië teruggekeerde militairen (en natuurlijk in die van de gerepatrieerde gezinnen) en, na de eerste kennismaking met Indisch eten bij een familiebezoek, ook door de uitgebreidere families van deze militairen. O.a. een neef van mij (en twee later aangetrouwden) dienden in Indonesie na de oorlog (verplicht!) en ik herinner mij de bami en nasi die mijn moeder maakte, na bij tante hiervan geproefd te hebben. Het was maar goed dat Fred van der Werf in de Stoeldraaierstraat als zelfbedienings-supermarkt open ging, want de ingrediënten had onze kleine buurtwinkelier eerst niet in huis. Reina