Schipbreuk op de Dollard

Jnte Alberts had de Pekelder schipper Klaas Jacobs Jonker geld geleend voor zijn schip. In ruil daarvoor kreeg hij het gereserveerd eigendomsrecht over dat schip: als de schipper de rente niet meer betaalde, kon Jnte het schip opeisen en laten verkopen.

Dat de schipper op zeker moment niet meer aan zijn verplichtingen voldeed, kwam doordat zijn vaartuig “in de Dollardd is gebleven”. Geluk bij dit ongeluk was nog dat ene Nanne Hindrix een groot deel van het “opgoed” – denk maar aan mast, zeilen, tuigage, eventuele deklading – had weten te bergen. Maar hoewel Jnte Alberts daar als eigenaar recht op had, weigerde Nanne Hindrix het geborgen materiaal terug te geven, “ten zij wegens bergloon was voldaan, waarover niet eens konnende worden”.

Daarom liet Jnte Alberts zich op 28 oktober 1755 in de Oldambtster drostenborg te Zuidbroek vinden. Hij vroeg de drost om zowel hem als Nanne Hindrix te horen en dan een besluit tre nemen.

In de zitting beloofde Nanne de spullen aan Jnte te geven, op voorwaarde dat ze gerechtelijk zouden worden verkocht. Hij zou zich dan tevreden stellen met 25 gulden uit de opbrengst. Hij wilde bovendien zijn eigen rechtskosten voldoen.

Partijen bleven het oneens over een zoekgeraakt ankertouw. De drost oordeelde dat Jnte zelf maar moest weten of hij daarover nog een proces wilde beginnen.

Bron: RHC Groninger Archieven, Toegang 731 (plaatselijke gerechten Oldambt) inv.nr. 6120 (samengevatte verzoekschriften en beschikkingen daarop).



Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.