Weduwe Oostindiëvaarder moest lang wachten voor ze weer kon trouwen

“Wij onderges[chreven]Bewinthebberen van de OostIndische Compagnie, verklaren bij dezen dat Douwe Jans van Sapmeer den 13 maart 1755 zonder testament te maken, niets nalatende, is overleden, als blijkt bij ’t Grootboek van de Caab Ao 1754/5 fo. 496.

In Amsterdam 25 maart 1760
/stond/
G. Bors van Waveren
Jacob van Gnevel”

Deze verklaring werd op 24 november 1760 ingeleverd bij de drost van het Oldambt door Anna Geerts, wed. Douwe Jans. Al een hele poos eerder, waarschijnlijk in 1759, had Anna zich tot de predikant van Noordbroek gewend, met het verzoek om haar nieuwe huwelijk met Harm Meinderts driemaal af te kondigen. Maar omdat ze niet kon bewijzen dat haar vorige man, de Oostindiëvaarder uit bovenstaande verklaring, werkelijk overleden was, stak de drost een stokje voor de tweede en derde kondiging, zodat het huwelijk vooreerst niet door kon gaan.

De zekerheid moest uit Amsterdam komen. In maart 1760 schreef de VOC op haar verzoek dus de verklaring die de dood van haar man op Kaap de Goede Hoop bevestigde, welk bewijsstuk ze in november aan de drost liet zien. Die gaf vervolgens de predikant toestemming tot de verdere afkondiging van haar huwelijk, maar copieerde voor alle zekerheid nog wel even het bewijsstuk. Voor het huwelijk van Anna en Harm was er verder geen beletsel. Het vond plaats op 14 december.

Bron:  RHC Groninger Archieven, Toegang 731 (plaatselijke gerechten Oldambt) inv.nr. 6120 (samengevatte verzoekschriften en beschikkingen daarop).


6 reacties on “Weduwe Oostindiëvaarder moest lang wachten voor ze weer kon trouwen”

  1. Ik zou graag gebruik willen maken van de afbeelding “Gezicht in de Eext” in een artikel in het Heemkundeblad de Vonder (Asten Someren). Dit is dus niet een commercieel doel. Indien mogelijk zou u mij de afbeelding kunnen toesturen. Bij voorbaat dank.

  2. Godwin schreef:

    De Harm Meinderts die hier trouwt is waarschijnlijk de zoon van de Meindert Harms uit de blog van 12 feb 2017.

  3. Godwin schreef:

    Douwe Jans was op zijn eerste reis als Jongmatroos (lichtmatroos) op de Kievietsheuvel. Hij was vertrokken op 20 mei 1754 van Texel. Tot zijn overlijden had hij nog niet genoeg verdiend om zijn schulden (175 gulden, bestaande uit 16 gulden voorschot, 150 gulden schuld en nog 9 gulden voor een kist en wat benodigdheden) af te lossen. Zijn gage was 8 penningen per dag.


Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.