Luguber landschap in Beerta
Geplaatst op: 29 december 2016 Hoort bij: Geschiedenis Een reactie plaatsen
Dik van Lokhorst, Hond achtervolgt schaap. Collectie Rijksmuseum.
“Hebben zig geaddresseert Hindrik Jans en cons[orten] hoe dat voor eenige dagen derselvere schapen door de honden van Sikko Fokkes zijn gebeeten, waarvan de gedooden alsnog op het land zijn liggende en de wolle wort gedistrueert, waarvan nogtans wel eenig zou kunnen worden geborgen, dog zulks zonder U Hoog Edele consent zig niet durvende anmatigen, derhalven versoeken de supplianten dat U Hoog Edele Geb[orene] dezelve salvo partium jure om de wolle der gedoode schapen tot zig te mogen nemen believe te authorizeren.
is geapostilleert:
Het versogte in dezen wort remonstr[anten] salvo jure geaccordeert en sal dezen ter secretarij worden geprothocolleert.
Actum den 3 Martius 1732
(onderstont)
G. Schaffer, drost“
Bron: RHC Groninger Archieven Toegang 731 (gerechten Oldambt) 6117 (samengevatte rekesten met kantbeschikkingen).
Commentaar: Blijkbaar bleven de doodgebeten schapen dagenlang op het land liggen, hangende een gerechtelijke taxatie van de schade als opmaat voor een procedure om schadevergoeding tegen hondenbezitter Sikko Fokkes, die in Beerta woonde. In de maartse buien bedierf de wol en dat vonden de eigenaars zonde. Daarom vroegen ze toestemming de schapen te mogen scheren of villen. Zo’n toestemming van de drost ging meestal ook wel wat tijd overheen, intussen moeten de aangevreten schapenkadavers nog langer op het land hebben gelegen.

Recente reacties