De goeie kant van Bommen Berend
Geplaatst op: 6 april 2017 Hoort bij: Stad toen Een reactie plaatsenBommen Berend waagde zich bij het beleg van Groningen in 1672 meermalen incognito in de voorste loopgraven. Toch kregen de Groningerv studenten aan de voorkant van de stadswal daar blijkbaar lucht van, want zij riepen de oorlogszuchtige bisschop van Münster voortdurend maledicta toe:
“De Studenten, welcke sich boven maten dapper queten, en de Wacht in de Fausebray hadden, riepen den Bischop geduerigh seldsame namen toe; welcke hy, in de Loop-graven sijnde, dickmael hoorde, en niet weynigh over deese nieuwe Tytels verstoord wierd. Sijn Officiers vergrimden sich niet minder, en swoeren, datse, in de Stad komende, deesen hoon de Studenten suer souden doen opbreecken.”
Zover kwam het dus niet, want de bisschop moest zijn beleg opbreken. Een aardige anekdote, die ik zo niet eerder gelezen had (las ooit wel iets over spotliedjes op de bisschop, gezongen door dezelfde studenten).
De schrijver van Bommen Berends biografie, waaraan ik het citaat ontleen, had overigens moeite om positieve eigenschappen van de bisschop te ontdekken:
“Maer gelijck deesen Bischop verscheydene gebreecken heeft gehad, soo is hy oock buyten twijffel voorsien geweest met eenige Vorstlijcke Deughden. Wy wenschten, dat ons eenigh eygentlijck bericht hier van ware toegekoomen, om deselve oock ten toon te mogen stellen: Doch sulcks heeft ons tot noch toe niet mogen gebeuren; en derhalven konnen wy met geen gewisheyd daer van spreecken.”
—
Bron (nieuw in de DBNL): S. de V. (= Simon de Vries), Historisch verhael van ’t leven en oorlogsbedrijf van de heer Christoph Bernhard van Galen (Amsterdam 1679) 208-209 en 290.

Recente reacties