Land van Belofte
Geplaatst op: 30 oktober 2017 Hoort bij: Kunsten, Stad toen 6 reacties
Rijnlandse Historiebijbel, 15e eeuw. Berlijn.
Op last van zijn Heer zond Mozes verspieders uit naar het Land van Belofte. Ze dienden daar in Kanaän bijvoorbeeld te bekijken hoe de economie er floreerde. Ook moesten ze wat producten uit dat land meenemen. Nou begon net in die tijd de wijnoogst en vandaar dat een stel van die kerels terugkwam met een tros wijndruiven, “dien zij droegen met zijn tweeën, aan een draagstok” (Numeri 13).

Thesaurus sacrarum historiarum veteris testamenti. Nederlands, 1585. British Museum.
Eeuwen later noemden heel wat herbergiers in het toen nog bijbelvaste Nederland hun zaak Het Land van Belofte. Het beeldmerk lag voor de hand. Er kwam een stel kerels op de gevelsteen of het uithangbord te staan. Ze droegen een zware druiventros aan een forse staak tussen zich in.

Gemeentearchief Schiedam.

Hoek Nieuwe Beestemarkt, Leiden. Foto: FaceMePLS, Flickr.
Het beeldmerk lijkt nog niet helemaal vergeten, getuige dit recentere werk:

Felix Timmermans.
Toch zag je het niet bij de roemruchte kroeg op de hoek van de Vishoek en de Vijfde Drift in de stad Groningen, hoewel Het Land van Belofte hier behoorlijk oud was. Volgens dit jubileumbericht dateerde het immers uit 1826:

Nieuwsblad van het Noorden 28 oktober 1926.
Waarschijnlijk heeft dat café dus wel ooit dat beeldmerk gevoerd, maar ging het op zeker moment verloren. Men associeerde de naam vervolgens vooral met de rondom gelegen hoerenbuurt:


Toen de prostitutie hier eind vorig jaar eindelijk verdween, vormde dat voor het Noordelijk Scheepvaartmuseum aanleiding voor een soort van afscheidstentoonstelling:

Waar meerdere peeskamers waren te zien:


In een ervan stonden wat ‘hoerenhondjes’ op de vensterbanken. Naar verluidt zouden zeelui die in vreemde havens van prostituees kopen, om er thuis moeder de vrouw mee te verblijden. Van deskundige zijde heb ik dit verhaal echter apocrief horen noemen.
Ook die tentoonstelling heette weer Het Land van Belofte, maar dan naar de kroeg. De hele bijbelse connotatie met dat beeldmerk bleek vergeten. Wat ik ergens wel jammer vond, maar toch ook veelzeggend voor onze ontkerstende Stad.
—
(Plaatjes uit een teruggevonden mapje.)

Bij onderzoek naar de genealogie [Van] Bolhuis stuitte ik ook op het Land van Belofte.
Wie weet een leuk verhaal om de genealogie wat in te kleuren. Het zou wat vertellen over Harm Bolhuis die van 1918 tot zijn overlijden in 1931 de kroeg runde. Daarna zet zijn weduwe het bedrijf voort.
In 1978 adverteerde de toenmalige eigenaar in de krant met “de oudste kroeg in de straat met het oudste beroep van de wereld”. De vraag ligt voor d ehand of het ook als zo’n “vrolijke” buurt was toen Harm Bolhuis zich daar vestigde.
Beno Hofman vertelde dat “in de Vishoek in de jaren dertig 1 publieke vrouw zat en later, nog voor de oorlog, op Hoekstraat 13 ook 1. Eigenlijk begon de prostitutie pas in de jaren vijftig in deze buurt.”.
Jammer, maar Harm Bolhuis was dus een deugdzaam kastelein zijn geweest.
In het café zit (of zat?) een mooie originele koperen tap
Sporadisch was er prostitutie Achter de Muur (de lange straat tussen Vishoek en Kattendiep) in de 17e en 18e eeuw. Beno heeft volkomen gelijk wat betreft het Interbellum – toen concentreerde de prostitutie zich in de Ellebogenbuurt (zie het stuk over de Salamander op dit weblog).
Sinds kort staan de drankvergunningen geïndexeerd op houders en lokaties op internet – wellicht heb je hier dus nog wat aan: https://www.groningerarchieven.nl/zoeken/mais/archief/?mivast=5&mizig=210&miadt=5&miaet=1&micode=1831&minr=3691742&miview=inv2
Voor Felix Timmermans was het Land van Belofte dus België, te oordelen naar de kasseien …
Ik heb wel eens gehoord dat die beeldjes van hondjes werden gebruikt door de dames om aan te geven dat ze niet beschikbaar waren, want dan keken de hondjes naar binnen of juist wel, dan keken de hondjes naar buiten. Maar er gaan zoveel verhalen…..
De “staingoud hondjes “, zijn nog steeds veel te zien in de veenkoloniën. Ook in Britse havensteden waren ze te zien in de vensterbanken van huizen waar dames de gaande en komende man de mogelijkheid boden de tijd door te brengen op een wijze die zeker niet op instemming van velen zou kunnen rekenen. Was de dame vrij, dan werd het hondje rechtop gezet, maar was ze beroepshalve bezig dan moest de zeeman zijn geluk verderop zoeken. Anderen beweren dat een lege vensterbank “vrij” betekende, en de aanwezigheid van de dieren “bezet” aangaf . Weer anderen stellen dat het ervan afhing of de hondjes elkaar aankeken, of bij elkaar wegkeken. Ook wordt verteld dat deze praktijken bij de wet verboden waren maar dat een aangehouden zeeman dan kon vertellen dat hij alleen naar binnen was gegaan om hondjes te kopen. Zouden daarom zoveel hondjes in de veenkoloniën terecht zijn gekomen? Kortom, de hondjes blaften in zovele talen, dat het nauwelijks een effectief communicatiemiddel kan zijn geweest.
En veel schippersvrouwen voeren mee. Zouden die de geheimtaal van de hondjes niet hebben gekend? En zou een schipper hondjes met een dergelijke beladen betekenis als souvenir hebben meegenomen? Maar misschien nam zijn vrouw ze wel mee om ze subtiel op de schoorsteen te zetten (of te leggen)? En hoe moeten we dat dan weer uitleggen?
Begin jaren zestig hadden een klasgenote, die na school altijd in haar eentje naar huis toe fietste. Tenminste, dat dachten wij: dat ze naar huis toe fietste. Ze zei nooit waar ze woonde, het adres bleef voor ons altijd onbekend, ze had geen vriendinnen en kwam over als vreselijk alleen.
Destijds was het nog de gewoonte om na het bekend worden van de eindexamenuitslag bij elkaar langs te gaan om dan je geslaagde klasgenoten thuis te feliciteren. Onder die verplichte feestavond kwam ook onze geheimzinnige klasgenote niet uit.
We fietsten achter de klasseleraar aan naar haar huis en kwamen tot onze verbazing door de hoerenbuurt, om daar af te stappen bij Het Land van Belofte. Dat was een berucht café, want men zei dat het een hoerentent was. Bleken de ouders van dat meisje er de caféhouders van te zijn en boven de zaak te wonen. Nou, ze pakten flink uit.
Wat de directeur en sommige leraren wel wisten, maar wij als medeleerlingen niet, was dat dat meisje na school eerst naar het huis van haar grootouders fietste, om dan wat later op de dag, als de kust vrij was, naar haar ouders te gaan.
Wat een geheimzinnigheid, jaren lang, omdat je ouders dat café bemanden! Maar ik geef toe, in die tijd zouden we met andere ogen naar haar gekeken hebben als we het geweten hadden. Misschien hadden de meesten haar totaal links laten liggen en enkele jongens zouden vast wat hebben geprobeerd, want wie met pek omgaat, raakt er door besmet, nietwaar? Wat zal dat meisje vaak in angst hebben gezeten voor ontdekking. Hoe had ze het ooit ook uit kunnen leggen dat zij niets met de prostitutie in die buurt te maken had?