Een weerkundige waarneming van Antoon Adriaan van Iddekinge
Geplaatst op: 21 november 2017 Hoort bij: Stad toen 1 reactie
“De Wel Ed[el] Gestrenge Heer A.A. van Iddekinge, Burgemeester der stad Groningen enz. enz., een opmerkzaam onderzoeker van de natuur en inzonderheid van de kruidkunde, heeft my verhaald dat het meer dan eens is waargenomen, dat wanneer de Hofvyver in ’s Hage by stil weder des nagts maar even met ys overdekt was, de jongens dien dag te Groningen op schaatsen reden.”
Aldus de geneeskundige I.J. van den Bosch in 1778. Antoon Adriaan van Iddekinge, niet alleen burgemeester van Groningen, maar ook de luitenant-stadhouder en daarmee veruit de machtigste man van Stad, moest regelmatig verschijnen in de Staten-Generaal en aan het Hof in den Haag. Daar merkte hij het uiteraard op als er één nacht ijs op de Hofvijver lag. Destijds hadden ze natuurlijk geen snelle communicatiemiddelen als telegraaf, telefoon, radio, TV en internet, maar door zijn correspondentie met het thuisfront kwam Van Iddekinge toch aan de weet dat op dezelfde dag de jongens in Groningen al scheuvelden. De conclusie die hij met Van den Bosch deelde mag dan voor ons niet zo verrassend zijn, maar was destijds het mededelen waard: er bestaat een temperatuurverschil tussen Den Haag en de stad in het Noorden.
Dat Van Iddekinge ook een natuuronderzoeker was, en zich toelegde op de botanie, is minder bekend. Meen ook wel eens te hebben gelezen dat hij nergens echt veel verstand van had, behalve dan van besturen. Maar ik herinner me nu ook dat bij de brand van zijn huis in de Oosterstraat, in 1777, een naturaliënkabinet met een grote schelpencollectie verloren is gegaan. Met dat kabinet zal dan ook het herbarium of de gedroogde plantencollectie verbrand zijn.
—
Bron: Iman Jacob van den Bosch, Verhandeling van de oorzaken, voorbehoeding en geneezing van ziekten uit de natuuryke gesteldheid van het Vaderland voortvloeijende, dl. XVIII (1778) van de ‘Verhandelingen uitgegeeven door de Hollandsche Maatschappye der Weetenschappen te Haarlem’, bepaaldelijk pag. 112.

Piet Paulusma. maak je borst maar nat, geen”oant moarn” meer, we kijken in het vervolg wel of de hofvijver s nachts bevroren is, dan pas gaan we ons voorbereiden op de Noorderrondritten, niet eerder, om van de 11-stedentocht maar te zwijgen, In het westen hebben ze het niet begrepen, er komt niet eerder een tocht dan nadat de voorzitter heeft gezegd: “it giet oan” of wat de nieuwe voorzitter voor kreet heeft bedacht, de noordelijke dweilorkesten repeteren wel, maar een snipperdag aanvragen doen ze als nuchtere noorderlingen pas nadat die kreet op het nationale nieuws te horen is, eerder niet. Reina