Oververtegenwoordigde minderheden
Geplaatst op: 4 oktober 2018 Hoort bij: Geschiedenis, Hoogkerk, Westerkwartier 2 reacties
Ben een beetje aan het stoeien met de volkstelling van 1809, met name voor wat betreft het Westerkwartier.
In het algemeen is 87,2 % van de Groninger bevolking dan hervormd. De katholieken maken 7 % uit, de doopsgezinden 2,6 %, de lutheranen 1,9 % en de joden 1,3 %. Interessant is dan, waar minderheden die percentages overstijgen.
Ik beperk me even tot der twee belangrijkste minderheden: katholieken en doopsgezinden. In het Westerkwartier zijn er in 1809 alleen meer dan 7 % katholieken (geel) in Aduard en Den Ham. Je vraagt je af of dat misschien samenhangt met het rond 1600 gesloopte klooster – in de hervorming van Aduard zou wel eens een aardig onderwerp van studie kunnen zitten.
De doopsgezinden (blauw) zijn qua Gronings gemiddelde oververtegenwoordigd in het noorden, op de klei, met de grotere boerderijen. De vestiging van Zwitserse mennonieten, begin achttiende eeuw, in de streek rond Hoogkerk is ook nog duidelijk te zien. Ten zuiden van het Hoendiep, op het zand en veen van Vredewold en Langewold zijn de mennonieten veel minder zichtbaar, Alleen in wat kerspelen die aansluiten bij het kleigebied (Lutjegast, Niekerk en Faan, Oostwold en Lettelbert), zijn ze daar oververtegenwoordigd.
De doopsgezinden zijn vooral in de achttiende eeuw sterk in aantal afgenomen. Waarschijnlijk gingen de meer conservatieve elementen over naar de hervormde kerk, door zichzelf en/of de kinderen in die kerk te laten dopen. Ook hierin zit nog een aardig onderzoek. De kerspelen waar de doopsgezinden in 1809 oververtegenwoordigd zijn, zullen denkelijk ook eerder de doopsgezinde kernen geweest zijn.

Interessant. Ik dacht dat de Mennonieten in Groningen nog min of meer samenhingen met Menno Simons zelf, die hier ook in de buurt was, maar die Zwitsers zijn dus relatief belangrijk?
Voor omgeving Hoogkerk wel.