Wat niet weet, wat niet deert
Geplaatst op: 10 november 2018 Hoort bij: Geschiedenis 1 reactieToen in 1786 in de Groninger synode het voorstel aan de orde kwam om de synodale handelingen te drukken, had de classis De Marne niet alleen de kosten en het gebrek aan noodzaak als redenen om zich daartegen te verklaren. Nee, ook bracht het als argument naar voren dat
“er vele dingen in de synodale acten voorkomen, welke van zulk een aart zijn, dat ze niet gevoeglijk in elks handen diende te wezen, en ’t welk echter niet zou kunnen worden voorgekomen zo de acten gedrukt wierden.”
Commentaar: de meerderheid van de predikanten bestond in De Marne uit patriotten, maar de notie dat democratisering gepaard moest gaan met openbaarheid van (kerk)bestuur, was kennelijk nog niet diep doorgedrongen. De synodale handelingen bevatten natuurlijk ook tal van schandaalverhalen over predikanten die scheve schaatsen reden, de openbaarmaking van dergelijke historiën zouden het ontzag voor het kerkelijk ‘leraarsambt’ zeker niet bevorderen.
Bron: RHC Groninger Archieven, Toegang 183 (archief classis De Marne) inv.nr. 5: Handelingen 1769-1816) 10 april 1787.

Niet alleen van predikanten. Nog steeds hebben prediknaten, ouderlingen en diakenen in de kerk een ambtsgeheim, net als advocaten en artsen. Ook toen als gold een privacyregel, waarbij pas in een laat stadium (nl wanneer tot “afsnijding van de gemeente” werd overgegaan) de naam van de zondaar bekend werd gemaakt. Tot die tijd was die geheim, al maak ik me weinig illusies dat in de kleine dorpen niet iedereen van de hoed en de rand wist.