Geschut schaap blijkt dure kostganger in Grootegast

Simon Andreas Krausz (1770-1825), Liggend schaap. Collectie Rijksmuseum.

Hindrik Alberts woonde, waarschijnlijk als herbergier, in het voormalige rechthuis van Grootegast. Maar ook al zetelde daar al jaren niet meer het gerecht met al zijn lucratieve aanloop, er zat nog wel steeds een schutstal bij, waar mensen loslopend vee konden heenbrengen, dat de eigenaar er dan kon ophalen tegen betaling van het voergeld en wellicht een kleine boete. Doorgaans zullen die eigenaren zich snel genoeg hebben aangediend voor hun vermiste levende have, maar begin 1808 had Hindrik Alberts een probleem, en wel met met een schaap. Hij begaf zich op weg naar de drost in Zuidhorn, en vertelde deze hoogste gezagsdrager van het Westerkwartier dat

zedert een geruime tijd door Wolter Sipkes, mede te Grotegast woonachtig, bij hem een schaap in schutting is gebragt, zonder dat tot hiertoe de eigenaar is bekend, of dienaangaande eenige order is gesteld…

Aan de tijd van kost- en inwoning zat kennelijk geen limiet:

daar nu het verschuldigde voergeld reeds verre de waarde van opgemeld schaap overtreft.

Bij eventuele verkoop van het schaap kreeg Hindrik dus een deel van zijn geld niet terug, en aangezien het niet van hem gevergd kon worden

het nadeel hieruit resulteerende te moeten dragen, zo is deszelvs submis verzoek dat gem[elde] Wolter Sipkes mag worden gelast het verschuldigde voergeld aan rem[on]s[tran]t te voldoen en teffens dezelve dienaangaande voor het vervolg securiteit te geeven.

De waard wilde dus eindelijk boter bij de vis en alleen nog dat schaap in zijn schutstal houden als Wolter (zich) borg zou stellen voor de kosten in de toekomst.

De drost krabde zich eens achter de oren en belegde een hoorzitting voor een week later. Bij die gelegenheid erkende Wolter Sipkes,

dat hij het schaap op order der boerrigters aldaar in de schutstal heeft gebragt.

Mocht Wolter menen dat hij zich zo vrij kon pleiten van de kosten, dan bedroog hij zichzelf. De drost beslechtte het geschil in dier voege dat Wolter inderdaad het voergeld van het schaap aan Hindrik moest voldoen. Hij zou dan de beschikking krijgen over het schaap en moest daar verder maar de boerrichters van Grootegast over aanspreken.

Ik denk dat Wolter tegen de boerrichters gezegd heeft dat ze zulke schapen in het vervolg zelf maar naar de schutstal moesten brengen.

Bronnen: RHC Groninger Archieven, Toegang 735 (gerechten Westerkwartier) inv.nr. 727: rekesten, die van 20 en 28 januari 1808; idem inv.nr. 415: commissieboek, 28 januari 1808.


3 reacties on “Geschut schaap blijkt dure kostganger in Grootegast”

  1. Rob Alberts schreef:

    Leuk!

    Of de genoemde Hindrik ook tot mijn familietak behoort weet ik niet.
    Toch schept het een band.

    Vrolijke groet,

  2. René Ruiter schreef:

    Een prachtige illustratie bij de geschiedenis.


Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.