Een korhoen bij Kropswolde
Geplaatst op: 25 januari 2019 Hoort bij: Dieren, Geschiedenis Een reactie plaatsen
Vond weer een historische melding van het korhoen in een Gronings hoogveengebied. Waar Quintyn Pabus in zijn lofdicht op de stad Groningen (1741) in de stadsjurisdicties rondreist, doet hij ook even de streek ten noordoosten van het Zuidlaardermeer aan, waar zijn speciale aandacht uitgaat naar de jacht:
’k zie daar te Kropswoldt de buitenplaats van veer
Des Borgemeesters Van Iddekinge, ‘k hoor blaazen
’t Zijn jaagers die patrijs en korhoen en ook haazen
Gevangen hebben voor dien braaven borger heer
Ziet daar, zij leggen ze aan zijn voet eerbiedig neer.
De jacht op korhoenders en patrijzen was sinds september 1725 per plakkaat verboden in de stadsjurisdicties en Westerwolde. De jagers die de heer Tobias Jan van Iddekinge de beschreven eer aandeden, waren dus fors in overtreding. Burgemeester van Iddekinge was bovendien om het jaar president van het Groninger Hof van Justitie. Uit hoofde van zijn beide functies zou hij zulke kerels eigenlijk moeten laten arresteren en ze dan aan het jachtgericht overleveren. Maar als het zijn eigen jagers waren, dan deed hij dit natuurlijk niet.
—
Bronnen, naast Pabus’ Lof: Jan de Bruijn, Plakkaten van Stad & Lande, nr. 1460 en Duco Kuikens Lijst van Gezagsdragers (Groninger Archieven 1700-16).

Recente reacties