De “blinde kaart” van meester Kremer
Geplaatst op: 28 mei 2019 Hoort bij: Geschiedenis 1 reactie
Mulerius, een twitteraccount van de UB, tweette vandaag “een blinde kaart van de provincie Groningen uit 1819”.
Ook de achterliggende beschrijving van de UB rept van een “blinde kaart” Er wordt verwezen naar De kaarten van Groningerland van Vredenberg-Alink, die op haar beurt weer verwijst naar de provinciale plaatsbeschrijving van H. Kremer, onderwijzer te Finsterwolde, uit 1819. Bij diens boekje zat de kaart oorspronkelijk, iets wat de UB niet noemt.
De terminologie “blinde kaart” verleidde me intussen tot de uitspraak:
Blijkbaar was de onderwijzer van Finsterwolde nogal veeleisend qua geografie: zijn leerlingen moesten niet alleen vele tientallen plaatsen in Groningen kennen, maar ook nog allerlei oorden in Drenthe en Reiderland.
Naderhand kreeg ik daar echter mijn bedenkingen bij.
Ten eerste is het kaartje zeker geen zuivere blinde kaart: de oude landschappen van Groningerland, zoals Hunsingo en Fivelgo worden afgekort aangeduid (bijv. Hunz., Fiv.) en hetzelfde geldt voor verschillende kanalen zoals het Schuitendiep (of Winschoterdiep) en Boterdiep (Sch.d. en Bot.d.). Ook nummers komen gewoonlijk net voor op blinde kaarten. Bovendien is het aantal plaatsen veel te groot om te ‘behappen’ voor de doelgroep van blinde kaarten als leermiddel: kinderen in de lagere schoolleeftijd. In totaal staan er, exclusief de 28 voor Friesland, Drenthe en Oost-Friesland namelijk 219 plaatsen op het kaartje, die als volgt verdeeld zijn over de aloude onderdelen van de provincie:
- 17 Gorecht en Sappemeer;
- 42 Westerkwartier;
- 56 Hunsingo;
- 45 Fivelingo;
- 31 Oldambt en Veenkoloniën;
- 28 Westerwolde.
Zelfs de kleinste kerkdorpen zijn meegenomen. Per landschap volgde Kremer verder een route (zie de kleurtjes), die soms uiterst grillig is, met zigzagbewegingen en grote sprongen, wat je de lieve kleinen nou juist niet zou willen aandoen. Die zijn didactisch gezien veel meer gebaat bij heldere opeenvolgingen. Zo zat de veenkoloniale trits Hoogezand-Sappemeer-Veendam-Wildervank-Oude Pekela-Nieuwe Pekela er later zo ingehamerd, dat zelfs menige Indonesiër haar na tientallen jaren nog feilloos op wist te dreunen.
Nee, dat de plaatsnamen niet op meester Kremers kaartje staan, heeft een andere reden. Dat komt louter doordat er de ruimte voor ontbrak. De kaart bij zijn boekje was geen leermiddel voor het lager onderwijs. De nummers bij de plaatsen correspondeerden met de volgorde waarin Kremer in dat boekje de plaatsen behandelt. De term “blinde kaart” is, kortom, inadequaat en misleidend.

Zelfs al MET de afkortingen en nummers vind ik het al heel knap als de helft van leerlingen dit begrepenen, laat staan hier de weg konden vinden.