Groeten uit de Witlattensteeg
Geplaatst op: 7 oktober 2019 Hoort bij: Oosterpoort 8 reacties
Rond 1700 was dat de Lattensteeg, waaraan hoven (siertuinen) lagen. Dankzij een witbeurt ca 1730 kwam de naam Witlattensteeg in zwang. Waarschijnlijk ging het vanaf toen dus om een steeg tussen erfafscheidingen van witte latten die de hofeigenaren gezamenlijk hadden aangeschaft. In de twintigste eeuw werd dat met een wat netter gevonden naam, maar even intrigerend, de Witlattenstraat.

Mooi dat je zo tot die verklaring komt van de huidige naam. De argeloze voorbijganger heeft daar geen idee van, en dat had ik ook niet. Nu zullen hier niet veel voorbijgangers zijn. Vermoedelijk zal 99 procent van de Groningers de straat niet kennen omdat er volgens het postcode’boek’ maar 1 huis staat in dit bovendien doodlopende straatje: https://www.postcode.nl/9724JA/1. Het pand heeft wel een ‘bijeenkomstfunctie’, dus wellicht is de locatie toch in brede lokale kring bekend omdat het een clubhuis is van een of ander genootschap.
De Witlattensteeg is de Rodemuursteeg geworden. Herken ik daar de zijgevel van het sympathieke etablissement KvK?
Klopt!
Je schrijft: ‘..de naam is wat netter geworden.’ Is een steeg per definitie dan onnet? Inderdaad vond de ambtenarij dat kennelijk wel; meer stegen in de stad werden omgedoopt tot straat, zelfs nog na WOII.
Trouwens toen ik om de hoek van de Witlattenstraat in de Polderstraat op school ging (kleuter- en lagere school: 1940- 1948) was de Witlattenstraat voor ons een no-go area. Van Oosterweg tot Middenstraat: veel verval, rottende kozijnen, lekkerij en onbewoonbaar-verklaarde panden, die overigens volop bewoond werden. Er had dan weliswaar een upgrade tot ‘straat’ plaatsgevonden, maar het was er daardoor niet netter op geworden.
Een steeg tot straat bevorderen, kan mogelijk liggen in de aard van het wegdek. Stegen waren (heel vroeger) ongeplaveid, hoogstens verhard. ‘Bestraten’ betekent ook nu nog altijd een plaveisel aanleggen met een laag stenen.(Gronings ‘stroatje leggen’.)
De bewoners vonden het zelf niet netjes. Zie:
Dank voor de link. Zeer verhelderend. Nog even dit: tussen Rabenhauptstraat en Barestraat in de Herewegbuurt is de Aduardersteeg na 1950 veranderd in Aduarderstraat. Delen van de oorspronkelijke steeg zijn er nu nog.
Ook daarover heb ik wel eens iets geschreven:
https://groninganus.wordpress.com/?s=aduardersteeg
Wederom dank voor link. Ik ben geboren (1936) in de Barestraat 23. Het huisje stond rug aan rug met een pand(je) in de Aduardersteeg.
Ruig volk daar, grof in de bek, maar vaak voorzien van een gouden hart. Een van die armelijke slophuisjes herbergde een gezin met nogal wat kinderen. Ze sliepen op een kale zolder gedekt door dakleer met kippengaas onder een tochtig, lekkend pannendak. Elke morgen kwam er een tienermeisje tevoorschijn uit die armetierigheid. Ze was schamel, maar onbegrijpelijk verzorgd gekleed. Met bescheiden blik en toch waardig ging ze dan op weg naar haar winkelmeisjesbaan in Helpman. Als Aretha Franklin zingt van ‘ a rose in black and Spanish Harlem’ , denk ik altijd aan die jonge dame die dagelijks opbloeide in de Aduardersteeg.
In Beeldbank Groningen vind je een foto van een vrouw op straat aan de was met een Hoovertje. (waarschijnlijk haar moeder)